15. De zwerver van Chateauneuf

Boodschap van 25 juli 1988

“Lieve kinderen, leef zonder angst, want ik ben bij jullie, zelfs dán wanneer jullie geen uitweg meer zien en denken dat Satan de heerschappij aan zich getrokken heeft. lk breng jullie vrede…

15. DE ZWERVER VAN CHATEAUNEUF

Andrée en Paul Thomae verweten mij soms dat ik een band had met de heilige Maagd, want als trouwe aanhangers van de Pink-sterbeweging, stoorde het hen als ik haar in gebed aanriep. Maria had geen bijzondere plaats in hun leven en ik bad vurig dat ze op een dag de diepe vreugde zouden kennen haar bij zich te nemen als hun hemelse Moeder, en dat ze hun harten zouden openstellen om het cadeau te ontvangen, dat Jezus hen had geschonken aan het kruis.

Voor Marthe Robin waren haar laatste jaren aangebroken en in de Foyer van Cháteauneuf-de-Galaure sprak pater Finet met zoveel inspiratie over de heilige Maagd, dat het voor de retraitedeelnemers bijna onmogelijk was om zich niet voor de rest van hun leven aan haar toe te wijden. Marthe vertelde hem dan ook erg veel over Maria.

In feite zag Marthe haar elke week voordat zij de Passie van Christus beleefde op donderdagavond. Maria kwam haar dan sterken en bemoedigen.

Ik stelde Andrée dan ook voor om de stap te zetten:
— Waarom zou je, voordat je de deur voor Maria helemaal sluit, dit onderwerp niet nog wat meer uitdiepen met mensen die dicht bij God leven en die elk jaar honderden lauwe christenen en ongelovigen terugbrengen naar Jezus ?

Zij had een paar jaar nodig om de beslissing te nemen.

Maar op een mooie dag rijden Paul en Andrée met hun kleine Renault 4 op de Franse snelwegen en dalen de vallei van de Rhone af. Ze hebben geen tijd te verliezen, want ze moeten maandagavond in Cháteauneuf zijn voor een retraite van vijf dagen. Ze hebben niet voldoende geld om de mooie snelweg Parijs-Marseille te nemen. Als ze weer een dorp uitrijden, zien ze een man langs de weg staan, hij oogt niet meer zo jong, hij is slecht gekleed en hij heeft een wilde haardos. Met de duim in de lucht is hij aan het liften. Paul en Andrée hoeven er niet eens over na te denken, want het is voor een christen vanzelfsprekend dat je een arme medebroeder niet langs de weg laat staan. De man stapt in. Hij is somber gestemd. Hij lijdt. Hij weet echt niet waar hij heengaat, hij gaat gewoon maar zijn neus achterna.
– Ken je Jezus ? vraagt Paul.
– – Euh…?

Er komt een vriendschappelijk gesprek op gang. Omdat ze zien dat de man geen duidelijke bestemming heeft, stelt Andrée hem voor om met hen mee te gaan naar de retraite. De man aanvaardt zonder veel enthousiasme. Andrée is niet op de hoogte van de vrij strikte inschrijvingsprocedure van Cháteuaneuf, want zij kent enkel de losse manier van organiseren van de protestanten… een andere genade !

Wanneer ze ’s avonds laat in Cháteauneuf aankomen, krijgen onze drie vrienden hun kamer toegewezen en ze ontvangen het programma van de retraite. Paul en Andrée zijn heel verbaasd: er staat in die vijf dagen geen enkele charismatische gebedsbijeenkomst op het programma, dat overigens overvol is. Geen probleem, ze besluiten er zelf een aan toe te voegen en die zal plaatshebben de volgende morgen bij het aanbreken van de dag, voordat het gemeenschappelijk programma begint.

Bij het krieken van de dag komen ze na een korte nacht in het geheim in een van de kamers bijeen. Paul en Andrée beginnen God met heel hun hart te zegenen en te prijzen. Verder danken ze Hem op voorhand voor alle genaden die Hij voor hen heeft bereid op deze heilige, maar in hun ogen nog steeds wat vreemde plaats. De man echter zwijgt, hij staat perplex.. Tijdens het gebed begint Andrée, zoals dat meestal het gebruik is, een lange tijd te zingen in tongentaal. Het is een onbegrijpelijke boodschap, maar voor haar is dat normaal. De Heer zal tonen wat Hij er mee bedoelt. Ze gaan door met Hem te zegenen.

Maar dan begint de man te huilen. Hij kan zijn tranen niet bedwingen. Uiteindelijk barst hij in snikken uit:
— Andree, spreek jij Pools ?
– Nee, waarom ? Heb ik Pools gesproken ?
– Ja ! Of eigenlijk, nee, meer een Pools dialect. Het is het dialect van mijn geboortedorp in Polen…

Andrée voelt een schok door zich heengaan, ze krijgt er zelfs kippenvel door. Ze wacht op het vervolg. Maar de man blokkeert, hij kan nauwelijks een woord uitbrengen, de schok is te groot.

— Is dat jouw dialect ? vraagt Andrée hem. Dus je hebt de boodschap van de tongentaal begrepen ?

Die ochtend zal de man nooit vergeten. Door de buitengewone vriendschap die Paul en Andrée hem betonen, door hun eenvoud en hun sobere middelen en manier van spreken hebben ze zijn vertrouwen gewonnen. De zwerver opent zijn hart en vertelt hen over zijn lijden, zijn mislukkingen en over de bitterheid in zijn arme en gebroken bestaan… dan vertrouwt hij hen zijn geheim toe:

– Ik was priester. Jaren geleden heb ik met alles gebroken. Ik ben een zondaar… een ongelukkige zondaar. Ik heb alles verloren. Al veel te lang dwaal ik doelloos rond. Maar deze ochtend… Andrée, het was niet jij die sprak. Jij kon dat allemaal niet over mij weten, al die persoonlijke dingen… Je sprak mijn dialect alsof je een van de onzen was, een van ons dorp, en zonder accent. Maar het was Jezus die sprak. En Hij sprak met mij als tot een priester. Hij zei, dat Hij me wil vergeven en me het leven wil teruggeven, en dat Hij graag zou willen, dat ik bij Hem terugkom en dat Zijn Liefde zich nooit van mij heeft verwijderd. Hij zei, dat ik nog steeds priester ben en dat Hij me nodig heeft. Hij nodigde mij uit Hem weer de hand te reiken, opdat we opnieuw met elkaar zouden leven… Hij heeft mij nodig…

Paul en Andrée huilen in stilte. Ze zijn stomverbaasd en uitzinnig blij. Leven zij immers niet om ‘zielen bij Christus terug te brengen’ ?

De vredewens vond die ochtend uitzonderlijkerwijs plaats vóór de mis. En het waren twee leken die de priester er toe uitnodigde. Het werden stevige omhelzingen met vreugdetranen.

De verantwoordelijke van de retraite vermaande Paul en Andrée op vriendelijke toon, omdat ze zelf een activiteit hadden toegevoegd aan het gemeenschappelijk programma. Ze was niet op de hoogte van het charismatische karakter ervan. En ze spoorde hen aan zich aan te sluiten bij de andere retraitedeelnemers en om deze retraite goed te volgen in een zo groot mogelijke stilte. En wat Marthe betreft, de stichteres van de Foyers, de kleine gestigmatiseerde van La Ferme, die altijd tot God bad en haar lijden aan Hem opdroeg voor de priesters en de zondaars, ik weet niet of zij deze gebeurtenis misschien in haar geest heeft beleefd, wat haar soms overkwam. Ik vermoed dat ze een grote vreugde moet hebben ervaren toen ze hoorde van deze bekering gelijk aan die op de weg van Damascus. Ik verdenk haar er ook van dat ze heeft gelachen bij het idee dat God een clandestiene bijeenkomst van twee aanhaners van de Pinksterbeweging had gekozen om Zijn priesterzoon bij zich terug te brengen.

Ja, de oecumene uit de Hoge…

Op de homepage – en ook hier – zullen een aantal teksten worden gepubliceerd

uit het prachtige boek “Het Verborgen Kind van Medjugorje”

van Zuster Emmanuel Maillard.

Ik kan niet anders zeggen dan dat dit boek mijn leven aan het veranderen is.

Ik zou de aanschaf van dit boek (slechts €12,-) dan ook van harte willen aanbevelen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *