Boodschap van 12 april 1987, aan Jelena
“Als jullie liefhebben vanuit het diepst van je hart, dan zullen jullie veel ontvangen. Als jullie haten, dan zullen jullie veel verliezen. Lieve kinderen, de liefde brengt mooie dingen tot stand. Hoe meer liefde jullie bezitten, hoe meer jullie de mensen om je heen kunnen beminnen. Bid daarom zonder ophouden tot Jezus, dat Hij jullie hart zou vullen met liefde.”
43. EEN DIAMANT ONDER DE DOORNENSTRUIKEN
Een van de eigenschappen van Jezus die mij het meest boeit is Zijn gave om te veranderen. Zo vindt Hij altijd wel een manier om de meest verachtelijke zaken die Hij in handen krijgt, om te vormen tot iets goeds. Zelfs onze zonden kunnen een welriekend parfum worden, als we ze Hem met een oprecht berouw aanbieden’. Zijn vreselijke dood op het kruis — de ergste zonde die de mens ooit heeft bedacht — is oorzaak geworden van ons heil. Welk kwaad kan ons vanaf dat moment nog treffen, nu wij in Christus zijn ? Bezien vanuit onze concrete situaties van alledag echter, is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Jezus heeft naar aanleiding van dit thema ook mij meerdere malen aangesproken.
Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid. Het is een oude allergie, die is ontstaan in mijn kindertijd. Ik hou veel van de parabel in het evangelie over het onkruid, dat door de vijand wordt gezaaid tussen het koren2, want ik behoor tot diegenen die net als de dienstknechten reageert met een misplaatste reactie en het onkruid zo snel mogelijk wil uittrekken. Ik ervaar hetzelfde ongeduld en dezelfde woede als zij. Maar Jezus weerhoudt hen ervan en dat zal ook de rol zijn van de engelen als het uur van de oogst zal zijn aangebroken. Jezus vraagt mij in dit evangelie niet om al het onrecht gewoon maar te slikken, noch om het te verdringen, maar eerder om samen met Hem de meest goddelijke en meest doeltreffende manier te vinden om op de juiste wijze recht te doen. Ik moet erkennen dat als ik het op mijn manier zou afhandelen, ik alleen maar meer schade zou aanrichten.
‘Hierbij kan verwezen worden naar de geschriften van de heilige Catherina van Sienna: Les Dialogues 2 Mt 13, 24-30.
Op een dag begint Delphine, iemand die nauw verbonden is met mijn gemeenschap, zich onrechtvaardig te gedragen ten opzichte van mij. Haar onrechtvaardigheid op zich is hemeltergend, overduidelijk, niet goed te praten en komt dagelijks voor. Delphine gaat te ver op allerlei vlakken, terwijl ze zich hier duidelijk niet van bewust is. Omdat zij een moeilijke puberteit heeft gehad, besluit ik om wat te wachten om er iets van te zeggen en hoop ik dat haar ogen vanzelf zullen opengaan. Maar bij haar verandert er niets en mijn allergische gevoelens ten aanzien van het geleden onrecht leven elke dag weer op. Ik zie me genoodzaakt om er korte metten mee te maken en ik verbreek de relatie op aardige maar definitieve wijze. De woorden waarmee ik de relatie heb verbroken komen me steeds weer voor de geest: ze zijn consequent, helder en rechtvaardig. En deze woorden bevredigen op diepe wijze mijn behoefte om recht te willen doen volgens mijn eigen criteria. Maar dan toont de Heer me tijdens een preek gedurende een van de Kroatische missen enkele gebeurtenissen uit mijn eigen puberteit… En 0, wat schaam ik mij. Ik herken mezelf in Delphine, maar dan veel erger. Zoals sommige jongeren die denken dat ze zich alles kunnen permitteren, heb ik misbruik gemaakt van de goedheid van mijn ouders en van nog vele andere mensen. Vergeten gebeurtenissen en de exacte bewoordingen komen me één voor één voor de geest, en het besef dat ik zoveel lijden heb veroorzaakt zonder me daar bewust van te zijn, is afschuwelijk.
3+Door dit moment van waarheid — deze keer van Gods waarheid verandert mijn innerlijke strijd. Ik ga Delphine zien als een cadeau, als een engel die de Voorzienigheid mij uit liefde, vol barmhartigheid zendt, zodat ook ik op mijn beurt op dezelfde wijze barmhartigheid kan betonen als in het verleden aan mij is betoond, terwijl ik het eigenlijk niet waardig was. Anders gezegd, deze constante doorn waartegen ik in opstand kwam, werd een barmhartige kus voor mijn hart van Degene die tot stervens toe van mij houdt.
Die dag neem ik het besluit om Delphine te dienen en te helpen, zonder acht te slaan op haar gebreken. Vanaf de volgende dag besluit ook Delphine om haar gedrag te veranderen. Het probleem verdwijnt als sneeuw voor de zon zonder dat ik daar eigenhandig tussen ben gekomen. Jezus heeft in mijn hart Zijn doel bereikt. Dit struikelblok in mijn leven is niet meer nodig.
De dorenstruik heeft zijn diamant getoond.