LES 18

ACHTTIENDE LES

HET BESTUUR VAN DE H. KERK

 

146  (5) Wie heeft Jezus aangesteld om Zijn Kerk te besturen?

Om Zijn Kerk te besturen heeft Jezus de Apostelen en hun opvolgers aangesteld.

147  (3) Wie heeft Jezus tot hoofd van Zijn Kerk aangesteld?

Tot hoofd van Zijn Kerk heeft Jezus de Heilige Petrus aangesteld.

148  (5) Hoe heeft Jezus aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk beloofd?

Jezus heeft aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk beloofd met de woorden: “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal Ik Mijne Kerk bouwen”.

149  (4) Met welke woorden heeft Jezus aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk gegeven?

Jezus heeft aan Petrus het oppergezag over Zijn Kerk gegeven met de woorden: “Weid Mijne lammeren, weid Mijne schapen”.

150  (5) Is Jezus zelf niet het Hoofd van de H. Kerk?

Jezus zelf is en blijft het Hoofd van de Heilige Kerk, maar Petrus is door Jezus aangesteld als Zijn zichtbare plaatsbekleder op aarde.

151  (3) Wie is de opvolger van de H. Petrus?

De opvolger van de Heilige Petrus is de Paus.

152  (4) Wat is de Paus?

De Paus is de Bisschop van Rome, de wettige opvolger van de Heilige Petrus en de plaatsbekleder van Jezus op aarde.

153  (5) Wie zijn de opvolgers van de Apostelen?

De opvolgers van de Apostelen zijn de Bisschoppen; zij zijn door de Heilige Geest gesteld om, onder het oppergezag van de Paus, de Heilige Kerk in hun bisdom te besturen.

“Geeft acht op u zelf en op heel de kudde, waarover de Heilige Geest u als bewakers gesteld heeft, om de Kerk van de Heer te besturen, die Hij door Zijn eigen bloed heeft verworven.” Hand. 20, 28.

154  (5) Wie zijn de medehelpers van de Bisschoppen?

De medehelpers van de Bisschoppen zijn voornamelijk de pastoors in hun parochies en ook alle andere priesters.

155  (6) Wie zijn schismatieken?

Schismatieken of afgescheidenen zijn zij, die wel gedoopt zijn, en zich Christenen blijven noemen, maar gehoorzaamheid weigeren aan de Paus van Rome.