LES 38

ACHT EN DERTIGSTE LES

DE MANIER VAN BIECHTEN

 

325  (4) Wat moeten wij doen, als wij gaan biechten?

Als wij gaan biechten, moeten wij:

    1. vurig bidden tot de Heilige Geest, om goed te biechten;
    2. ons geweten onderzoeken;
    3. een goed berouw verwekken.

326  (5) Hoe onderzoeken wij ons geweten?

Wij onderzoeken ons geweten door na te denken welke en hoeveel zonden wij gedaan hebben tegen de geboden van God en van de H. Kerk en tegen onze dagelijkse plichten.

327  (?) Hoe kunnen wij ons het best tot berouw opwekken?

Wij kunnen ons het best tot berouw opwekken door te overdenken:

    1. dat wij door de zonden Gods rechtvaardige straffen verdiend hebben;
    2. dat Jezus om onze zonden zo zeer geleden heeft;
    3. dat wij door de zonden God hebben beledigd, Die onze grootste Weldoener en het hoogste Goed is.

328  (3) Hoe behoren wij onze belijdenis te beginnen?

Wij behoren onze belijdenis te beginnen met de zegen te vragen:

“Eerwaarde vader, geef mij uw zegen.” Daarna zeggen wij: “Ik belijd mijn schuld voor de almachtige God en voor u, vader; mijn laatste Biecht is geweest … .”

329  (3) Hoe behoren wij onze belijdenis te eindigen?

Wij behoren onze belijdenis te eindigen met de woorden:

“Deze en al mijn zonden zijn mij van harte leed; ik beschuldig mij daarvan en vraag ootmoedig de heilige absolutie.”

330  (3) Wat bidden wij, terwijl de Priester de absolutie geeft?

Terwijl de priester de absolutie geeft, bidden wij een oefening van berouw.

331  (3) Wat doen wij na de Biecht?

Na de Biecht danken wij God en volbrengen wij onze penitentie.