LES 52

TWEE EN VIJFTIGSTE LES

Over het tweede gebod

DE HEILIGING VAN GODS NAAM

 

455  (3) Zeg het tweede gebod.

” Gij zult de Naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.”

456  (4) Waartoe verplicht ons het tweede gebod?

Het tweede gebod verplicht ons de Naam van God en van Jezus Christus altijd met eerbied te gebruiken.

” Want onder de hemel is geen andere Naam aan de mensen gegeven,  waardoor we zalig moeten worden.” (Hand. 4, 12)

457  (5) Waardoor wordt Gods H. Naam bijzonder geëerbiedigd?

Gods H. Naam wordt bijzondere geëerbiedigd door het doen van een eed of het afleggen van een gelofte.

458  (5) Wat is een eed doen?

Een eed doen is: God plechtig aanroepen tot getuige, dat wij de waarheid spreken, of een belofte zullen volbrengen.

459  (7) Wanneer is een eed een zonde?

Een eed is de zonde:

    1. als men een eed doet zonder gegronde reden;
    2. als men een valse eed doet;
    3. als men onder eed belooft, wat zonde is.

460  (7) Wat is een gelofte?

Een gelofte is: aan God een goed werk beloven, waartoe men zich op zonde verplicht.

461  (7) Wat behoren wij te doen, voordat wij een gelofte afleggen?

Voordat wij een gelofte afleggen, behoren wij aan onze biechtvader raad te vragen.

462  (7) Hoe zondigen wij tegen het tweede gebod?

Wij zondigen tegen het tweede gebod door het oneerbiedig gebruiken van Gods H. Naam, en vooral door vloeken en godslasteringen, door een zondige eed en door het breken van een gelofte.

463  (5) Wat is vloeken?

Vloeken is: van God kwaad afroepen over zichzelf of over anderen.

464  (5) Wanneer is een vloek een dagelijkse zonde?

Een vloek is dagelijkse zonde, als hij alleen maar gebruikt wordt als een ruwe uitdrukking.

465  (7) Wat is een godslastering?

Godslastering is: Gods, Zijn heiligen of heilige zaken verachten, bespotten of verwensen; dit is zware zonde.