Boodschap van 8 mei 1986
“Lieve kinderen, jullie zijn verantwoordelijk voor de boodschappen. Hier bevindt zich een bron van genade en jullie, lieve kinderen, zijn de vazen waarin die gaven worden doorgegeven. Daarom, lieve kinderen, nodig ik jullie uit om je taak met verantwoordelijkheid uit te voeren, ieder naar zijn vermogen. Lieve kinderen, ik nodig jullie uit om die gaven liefdevol aan anderen te geven en ze niet voor jezelf te houden.”
23. HEEFT U ER NOOIT AAN GEDACHT OM PRIESTER TE WORDEN ?
April 2001.
De zestig Canadese pelgrims die in pension Ruzica verblijven haasten zich naar de eetzaal. Vanavond zullen ze tijdens het afscheidsetentje wat met elkaar van gedachten wisselen over de genaden, die ze tijdens de bedevaart hebben ontvangen. Het is iedereen bekend dat sommigen genezing hebben ontvangen en dat anderen goede inzichten hebben gekregen, die hen van nut kunnen zijn op hun levensweg. Iedereen wrijft zich in de handen, want het zal een boeiende avond worden. Morgen zullen ze naar de meest koude uithoeken van Canada vliegen: de Northwest Territories en omstreken. Het verblijf in Medjugorje loopt ten einde en het is niet de bedoeling er ook maar iets van te missen.
De organisator, Larry B., is tevreden. Een fijne groep, zonder complicaties of onaangename verassingen. De acht dagen waren rijk aan ontmoetingen, gebedsmomenten, sacramenten en zegeningen. De Gospa heeft goed werk verricht in de harten.
Maar plotseling wordt zijn innerlijke vrede verstoord: er komt een man naar hem toe en deze fluistert hem in het oor, dat hij graag voor enkele ogenblikken de microfoon zou willen nemen, want hij heeft iets belangrijks te zeggen aan de groep. Het is Denis, een wat teruggetrokken man die door Larry tijdens deze acht dagen nauwelijks is opgemerkt. Larry bekijkt de man van top tot teen en kan met moeite zijn ergernis verbergen. De man heeft een normaal en evenwichtig voorkomen. Wat voor iets belangrijks heeft hij dan wel te zeggen ?
—Waar gaat het over ?
De man is zeker van zijn zaak en omdat Larry zijn goede naam niet wil verliezen, zal hij ermee moeten instemmen. Hij houdt hier niet van. Hij had alles anders georganiseerd. Hij is iemand die het onverwachte eerder vreest.
—Maak u geen zorgen, het gaat om een goede zaak. Ik ben de
bisschop van Yellowknife. Ik wil het de groep laten weten en enkele ervaringen van de bedevaart met hen delen.
Larry stopt met ademen, hij is met stomheid geslagen. Hij begint te trillen en zijn gezicht wordt vuurrood.
—Oké, zegt hij en hij probeert te glimlachen. Natuurlijk. Ik zal
aankondigen dat u ons enkele dingen wilt zeggen… Dat zou geweldig zijn !
Denis loopt vrijmoedig en ontspannen met hem naar de microfoon.
—We hebben een speciale gast, zegt Larry, ik zal hem zich zelf aan u laten voorstellen.
—Ik wil me graag aan u voorstellen, ik ben Mgr. Denis Croteau
van het bisdom Mackenzie-Fort Smith in de Noordwestelijke Territoria van Canada. Ik…
De groep was overal op voorbereid, behalve op deze stunt. Ze zijn uitzinnig van vreugde, er klinkt een daverend applaus, sommigen staan op om elkaar te feliciteren, anderen lachen en weer anderen huilen van emotie… Ook Larry klapt, terwijl hij met enige vrees nagaat wat hij allemaal heeft gezegd tegen Denis en hoe hij zich ten opzichte van hem heeft gedragen. Er was een bisschop onder hen en ze wisten het niet.
Monseigneur Denis Croteau is niet onder de indruk van dit eerbetoon en hij legt uit waarom hij ervoor heeft gekozen om incognito te komen:
“Ik ben naar Medjugorje gekomen zoals Mgr. Hnilica, die in 1984 op zijn terugreis uit Rusland, paus Johannes Paulus II heeft ontmoet, die hem het volgende vroeg:
—Paolo, ben je langs Medjugorje gegaan ?
—Nee, Uwe Heiligheid.
—Wat, ben je er niet geweest ?
—Nee, het Vaticaan heeft het me afgeraden.
De paus maakte vervolgens een gebaar als om te zeggen: “Dat is niet belangrijk”, en zei toen:
— Ga er incognito naar toe en kom me dan vertellen wat je hebt gezien.
— Ik woon in Yellowknife, in de Noordwestelijke Territoria van Canada. Ik ben onder u geweest als eenvoudige pelgrim. Ik heb wat afstand gehouden en ik heb me niet te veel onder u, pelgrims van mijn groep, gemengd, opdat mijn identiteit niet bekend zou worden, opdat ik niet zou worden ‘ontdekt’, zoals men ook wel pleegt te zeggen. Waarom ? Om twee redenen:
De eerste: in Canada had men mij gezegd, dat de priesters die naar Medjugorje gaan op een speciale manier worden behandeld. Ze zitten rond het altaar in de kerk, waardoor ze niet echt deel uitmaken van de menigte. Er wordt hen ook gevraagd om te werken, biecht te horen, religieuze voorwerpen te zegenen, enz. Ik wilde naar Medjugorje komen als eenvoudige pelgrim, om de bedevaart op diepe wijze te kunnen beleven, zoals een gewone katholiek, zonder voorkeursbehandeling. Ik wilde Medjugorje niet beleven rond het altaar, maar midden in de kerk zelf.
Het is echter makkelijker gezegd dan gedaan om een week op te trekken met een groep van zestig pelgrims en niet één keer te zeggen wie je bent of wat je doet. Ook voor een bisschop is dat geen kleine zaak. Eigenlijk is het twee keer zo moeilijk.
Proberen om een vraag te ontwijken van iemand als mijn
kamergenoot Edmond, die vraagt wie je bent en dat ook nog zonder
te liegen ! Op een keer kreeg het gesprek de volgende wending:
— Ed: Denis, wat doe jij zo al in het leven ?
— De bisschop: Ik werk voor de Kerk, in het katholieke onder-wijs.
— Ed: Als leraar van een katholieke school ?
—De bisschop: Nee, binnen het bisdom.
Deze vragen gaven me juist de gelegenheid, om het gesprek een
minder gevaarlijke wending te geven. Een andere keer vroeg
Edmond:
—Ed: Heb je een gezin ?
—De bisschop: Nee, ik heb geen gezin.
—Ed: Dus, je bent niet getrouwd ?
—De bisschop: Nee, ik ben celibatair.
—Ed: Heb je er nooit aan gedacht om priester te worden ? —De bisschop: Weet je, sinds het Tweede Vaticaans Concilie
zijn er veel mogelijkheden voor de leek om de Kerk op noemenswaardige wijze te dienen, zonder priester of religieus te worden.Dat is wat je noemt op een dun koord lopen. Na deze week in Medjugorje, had ik ook een tweede roeping kunnen ontvangen: werken voor de KGB.
De andere reden waarom ik ben gekomen is, om met eigen ogen te zien wat Medjugorje nu precies is. Om dit te kunnen ontdekken moest ik Medjugorje beleven, gewoon zoals iedere pelgrim. En op basis van mijn ervaring kan ik zeggen dat Medjugorje echt is, wat men zegt dat het is.
Men heeft er een beetje op aangedrongen, dat ik naar Medjugorje zou gaan. Mijn kleine zus Micheline gaf me non-stop allerlei informatie, boeken en artikels. Het is een kleine, vastberaden vrouw. Uiteindelijk wist ze me te strikken. Ik ben gekomen, ik heb gezien en het heeft m’n hart veroverd.
Sinds meer dan veertig jaar ben ik missionaris in het noorden van Canada. Ik werk vooral met de Denes (Indianen) en met de lnuits (Eskimo’s). Ze hebben een grote devotie voor de heilige Maagd. Hun meest geliefde devotie is het bidden van de rozenkrans. Als ze naar Medjugorje zouden komen, zouden ze zich in de hemel voelen. Hun geloof zou er gesterkt worden. Ze zouden hier zijn als vissen in het water en ze zouden Medjugorje aanvaarden.
Om te besluiten wil ik u zeggen, dat ik deze ervaring, die geestelijk zeer rijk was, erg heb gewaardeerd. Nu begrijp ik dat de mensen die in Medjugorje zijn geweest er altijd willen terugkomen. Het is werkelijk een bijzondere en unieke ervaring. Ik had een wat spraakzamer medereiziger kunnen zijn, zeker, maar ik heb mijn doel bereikt. Ik heb de hoop, dat we op een dag weer in hetzelfde vliegtuig zullen zitten, in dezelfde bus, en op dezelfde weg zullen rijden, de weg die leidt naar Medjugorje, waar we een deel van ons hart hebben achtergelaten.”
Een jaar later kwam Mgr. Croteau terug naar Medjugorje als bisschop, met een groep uit zijn streek. Zijn zus Micheline was deze keer degene die het voortouw nam tijdens de bedevaart. Na het eind van zijn tweede verblijf getuigt hij:
“Wat me treft is de vroomheid en de godsvrucht van de mensen, het geloof en de getuigenissen, die we hier hebben ontvangen. We hebben mensen van gebed gezien, mensen die geloven, mensen
die een christelijk leven leiden van geloof en liefde. Mensen die vuur in zich hebben. Dat is geweldig. Ik heb in mijn bisdom van alles geprobeerd om de mensen te veranderen, want we leven in een samenleving die niet functioneert. Ik heb duizenden en duizenden dollars besteed aan sessies en workshops. Na al dat geld te hebben uitgegeven, heb ik nog geen tien procent bereikt, van wat er hier in een bedevaart wordt bereikt. U heeft iemand voor zich, die de bedevaarten naar Medjugorje zeer sterk zal gaan aanbevelen.
De meest indrukwekkende ervaring was voor mij het biechthoren. De biecht is voor een priester misschien wel de beste manier om Medjugorje te leren kennen en om te ontdekken wat het is. Ik kan me niet voorstellen dat er een priester zal zijn, die hier naar toe komt, en die na een uur biechthoren er niet van overtuigd zal zijn, stellig van overtuigd zal zijn, dat de hemel werkzaam is in Medjugorje. Het werk van Maria en van God laat zich hier voelen, als we luisteren naar de mensen en naar de manier waarop ze zijn veranderd. Er komen hier mensen die gewoon een goed leven leiden, maar die, als ze weer vertrekken, betere christenen zijn geworden. Er komen hier ook zondaars, die dat bewust zijn (soms ook niet) en die, als ze weer vertrekken, weten dat ze zondaars waren en weten dat ze gered zijn en dat hun zonden zijn vergeven. De priester kan dit hier direct ervaren. En als iemand me zou zeggen dat Satan aan het werk is in Medjugorje, dan zou ik antwoorden: “Wel, dat is dan een armzalige Duivel. Ik denk niet dat die uit de hel komt, ik denk dat die in de hemel moet worden opgenomen. Hij doet het werk van de hemel, dat is zeker.”