31 VANAVOND ZUL JE STERVEN !

Boodschap van 25 juli 1987

“Lieve kinderen, ik vraag jullie vanaf vandaag de weg van de heiligheid te aanvaarden. Ik heb jullie lief en daarom verlang ik dat je heilig zult worden. Lieve kinderen, ik wil niet dat Satan je tegenhoudt op deze weg. Bid en aanvaard alles, wat God je op deze moeilijke weg aanbiedt. God openbaart een bijzondere zachtheid aan degene die deze weg opgaat en die zal met blijdschap Gods uitnodigingen beantwoorden. Geef geen aandacht aan onbelangrijke dingen, richt je naar de hemel. Dank, dat jullie mijn oproep aanvaarden.”

31 VANAVOND ZUL JE STERVEN !

Het kan de ziel bijzonder tot voordeel strekken, wanneer men zich op zijn minst één maal per jaar een dag lang zijn sterven inbeeldt. Pater Jacques van mijn gemeenschap reikte me dit idee aan.

Op een dag werd hij wakker met de zekerheid dat hij nog die avond zou sterven. Die gedachte was zo sterk, dat hij er helemaal ondersteboven van was. Met veel ijver begon hij direct zijn zaken te regelen. Eerst deed hij al biddend een grondig gewetensonderzoek, waarbij hij zichzelf het volgende voorhield: “Het is mijn laatste gewetensonderzoek, ik moet het goed verrichten.” Vervuld van een oprecht berouw over zijn zonden, sprak hij vervolgens een goede biecht, waarbij hij zijn ziel toevertrouwde aan Gods oneindige barmhartigheid. Hij deed dit in volledig vertrouwen en gaf zich volledig over aan de barmhartigheid.

Toen zei hij: “Het is belangrijk om op het uur van de dood de naastenliefde in het hart te hebben.” Hij zocht elk lid van zijn gemeenschap dat beschikbaar was op, en vroeg om vergeving voor de eventuele misstappen, beledigingen en zonden die hij tegen die persoon zou hebben begaan. Hij deed dit in alle oprechtheid en met veel vreugde, vrede en liefde. Die dag deed hij zijn werk voor de gemeenschap met zoveel mogelijk liefde, waarbij hij zichzelf vergat en enkel Gods glorie zocht en zijn naaste wilde dienen. Hij zei: Omdat het mijn laatste dag is, moet ik ervoor zorgen dat zij een goede herinnering aan mij bewaren.

Zoals gewoonlijk deed hij een uur aanbidding in de kapel voor het Heilig Sacrament en zoals nooit tevoren probeerde hij om in dit uur zijn ziel zoveel mogelijk met Jezus te verenigen.

Met heel zijn hart droeg hij de mis op, maar hij deed het langzamer dan gewoonlijk, omdat hij probeerde om elk woord en elk gebed zo uit te spreken alsof Jezus zelf voor hem stond, waarbij zijn hart overstroomde van liefde voor Jezus. Hij wist dat het zijn laatste mis was. Daarom dankte hij de Heer met heel zijn hart voor de buitengewone gave van het priesterschap en hij kon er beter de diepgang van begrijpen.

Toen het avond werd, wilde hij elke minuut die hem nog restte hand in hand lopen met Jezus en met Maria, aan wie hij zijn priesterschap had toevertrouwd. Hij moest verschillende keren vechten tegen angstaanvallen, waarbij hij dan zei dat hij onwaardig was, dat hij zich niet goed had voorbereid, dat hij veel genaden had laten voorbijgaan en dat hij zijn plichten had verwaarloosd, enz. Maar hoe meer zijn ellende hem tartte, hoe meer hij die onderdompelde in de afgrond van de oneindige barmhartigheid, in de brandende vuuroven, waarvan de kleine Thérèse ooit zei:
“Al had ik alle misdaden gepleegd die er bestaan, dan nog zou ik blijven vertrouwen, omdat ik weet dat deze veelvoudige zonden niet meer zijn dan een druppel water in een brandende vuurmassa’.”

Vervolgens brak de nacht aan en hij ging slapen op het uur zoals hij dat gewoonlijk deed. En hij sliep in. De volgende morgen was hij helemaal verbaasd toen hij merkte dat hij nog op aarde was. Was de Heer vergeten om hem te komen halen ? Nee, zeker niet, de Heer vergeet nooit iemand.

Toen begreep Jacques, dat de Heer andere plannen met hem had. Door hem het naderen van zijn dood te laten ervaren, wilde Hij hem een bijzondere les leren:

Kijk eens hoe vurig je die dag hebt gebeden.
Kijk eens hoe je elke minuut van die dag met de grootst mogelijke liefde in je hart hebt beleefd.
Kijk eens hoe je Mij herkende in elk van je broeders en hen met heel je hart diende.
Kijk eens met hoeveel diepgang je het Heilig Offer van de mis hebt beleefd.
Kijk eens met hoeveel berouw je Mij je zonden hebt gegeven en met welk een vertrouwen je jezelf helemaal aan mijn barmhartigheid hebt overgegeven.
Kijk eens met welk een vrijgevigheid en vreugde je je bezittingen hebt weggegeven, waarbij je er goed op lette dat de armsten het beste kregen.
Kijk eens met hoeveel dankbaarheid je in je hart al de gaven en genaden die je gedurende je leven van Mij hebt ontvangen, opnieuw hebt beleefd, in het bijzonder de genade dat je Mij op intieme wijze hebt leren kennen en mijn priester bent geworden.
Kijk eens met hoeveel ernst en toewijding je je lopende zaken hebt afgehandeld, vooral de dingen die je te lang had laten liggen en waarvan de verwaarlozing ten nadele van je omgeving had kunnen werken.
Kijk eens hoe snel het belang van de materiële dingen en van de menselijke en affectieve aangelegenheden voor je ogen is ineengeschrompeld, toen je de dood voor ogen had, en hoe arm en naakt je toen was, zonder ook maar één enkele steun op dit belangrijke moment van je leven, behalve die van Mij, je Schepper en God.

De Heer vroeg Jacques om elke dag zo te leven. Dat was zijn weg naar de heiligheid.

Koers houden richting vuurtoren

De Zalige Charles de Foucault2 leefde elke dag alsof de Heer hem die avond nog zou komen halen. Deze geestelijke houding is bijzonder vruchtbaar voor de ziel. Zoals die van de zeeman die koers houdt richting vuurtoren, die hem de weg wijst bij sterke tegenwind en verraderlijke onderstromingen, om de haven te kunnen binnenvaren. Zoals die van de ziel, die er altijd voor zorgt dat haar oriëntatiepunt het licht van Christus is, zonder compromis, en vasthoudt aan de uitgestippelde koers, waardoor zij haar ware thuishaven zal bereiken: de hemel.
2 Zalig verklaard door paus Benedictus XVI in de Sint-Pieter basiliek op zondag 13 november 2005.

Deze geestelijke houding heeft heiligen voortgebracht en kan vandaag de dag ook ons tot heiligen maken. Er bestaat een eenvoudige test waarmee we kunnen nagaan of we deze geestesgesteldheid bezitten: onze meest recente beslissingen onderzoeken.

Bijvoorbeeld: Ik ben jong. De toekomst ligt voor mij en ik moet een levensrichting kiezen. Ik heb besloten om medicijnen te gaan studeren. Welnu, de eerste avond van mijn leven als medicijnen-student zal de Heer mij komen halen. Daarom leg ik mijn oor te luisteren bij de heilige Geest en in het licht van God zie ik heel mijn leven als in een film aan mij voorbijtrekken. De beslissing die ik heb genomen om medicijnen te gaan studeren, kan ik daar trots op zijn, kan ik daar tevreden over zijn ? Of moet ik mij ervoor schamen, als ik de geheime beweegredenen beschouw, die mij ertoe hebben gebracht om deze beslissing te nemen ? Ik heb besloten om mijn vakantie door te brengen op die en die plaats, met die en die persoon. Maar als ik op de vooravond van mijn dood luister naar de heilige Geest, kan ik dan trots zijn op deze beslissing, of moet ik mij ervoor schamen ?

Om onze koers gericht te houden op onze Laatste Eindbestemming en op onze ware verblijfplaats, vraagt de Heer ons vandaag de dag niet om een doodskist in onze kamer te plaatsen, zoals sommige woestijnvaders dat deden. Gezien onze gekwetste psychologie zou dat in onze tijd veel innerlijke onrust geven en de psychiaters zouden er rijk van worden.
De Heer gebruikt vandaag de dag andere middelen. En in het bijzonder geeft Hij ons zijn Moeder, die in Medjugorje niet aarzelt om ons het volgende te zeggen:
“Lieve kinderen, vergeet niet dat jullie ware verblijf de hemel is.”
En ook:

“Vergeet niet, lieve kinderen, dat je leven net zo vergankelijk is als een lentebloempje, dat vandaag wondermooi is en waarvan morgen niemand meer weet dat het heeft bestaan3.”
“Lieve kinderen… geef geen aandacht aan onbelangrijke dingen, richt je naar de hemel4.”

De gebedsgroepen, wel of niet ontstaan naar aanleiding van Medjugorje, zijn een antwoord van de Heer voor onze tijd. In deze brandende vuurhaarden worden we er onderling door de heilige Geest steeds aan herinnerd, hoe mooi en hoe groots de gave van het leven is en hoeveel schittering onze eeuwige bestemming in zich draagt.

Al hadden de zonden van de hele wereld op mijn geweten gedrukt…

In haar dagboek beschrijft Zr. Faustina een ervaring die doet denken aan die van pater Jacques en die, waarom ook niet, ook de onze zou kunnen worden.

“Tijdens de meditatie over de dood vroeg ik de Heer zich te verwaardigen om mijn hart met die gevoelens te vervullen, die ik op het ogenblik van mijn dood zal hebben. Door Gods genade ontving ik inwendig het antwoord dat ik had gedaan wat in mijn macht lag, en dus vrede kon hebben. Op dat moment welde er zo’n diepe dankbaarheid tot God in mijn ziel op dat ik als een klein kind in vreugdetranen uitbarstte. Ik bereidde mij erop voor om de Heilige Communie de volgende morgen als een viaticum te ontvangen en ik bad de gebeden van de stervenden ter intentie van mijzelf. Toen hoorde ik de woorden: “Naar de mate waarin je in het leven met Mij verenigd bent, zul je ook op het uur van de dood met Mij verenigd zijn.” Na deze woorden werd er zo’n groot vertrouwen in Gods grote barmhartigheid in mijn ziel opgewekt dat, zelfs al hadden de zonden van de hele wereld en ook nog de zonden van alle veroordeelden op mijn geweten gedrukt, ik niet aan Gods goedheid getwijfeld zou hebben, maar mij zonder aarzeling in de afgrond van Gods barmhartigheid, die altijd voor ons open staat, geworpen zou hebben. Ik zou mij met een tot stof verbrijzeld hart aan Zijn voeten geworpen hebben en mijzelf geheel aan Zijn heilige wil, die de barmhartigheid zelf is, overgegeven hebben.”
(Dagboek van Zr. Faustina § 1551-1552)