41. DRIE GEBEDSNIVEAUS

Boodschap van 25 oktober 1987

“Door het gebed, lieve kinderen, zullen jullie de volmaakte liefde bereiken.”

41. DRIE GEBEDSNIVEAUS

Op de verschijningsheuvel heb ik een eigen plekje, dat uit het zicht ligt, niet ver van het grote houten kruis aan de zijkant van de heuvel, tegenover de afbeelding van de geboorte van Jezus. Dit kruis vertegenwoordigt het kruis dat Marija heeft gezien op 26 juni 1981, de derde dag van de verschijningen. Toen zij die dag na de verschijning van 18 uur 40 naar beneden liep richting haar ouderlijk huis, verscheen de heilige Maagd haar opnieuw, en aan haar alleen. Volgens de beschrijving van Marija stond de Gospa voor een houten kruis en ze huilde. De tranen stroomden over haar wangen, rolden over haar jurk en verdwenen in de grond. “De vrede van de wereld
is in gevaar’ zei ze.

Mijn kleine schuilplaats ligt op een steenworp afstand van dit kruis, want, zoals Marija mij vertelde, de echte plaats van deze verschijning bevindt zich niet bij het pad dat er nu is2. Als ik mijn hemelse Moeder onder vier ogen wil spreken, dan ga ik naar deze plek, tussen de stenen en de doornen, want het is een plaats die zij heeft bezocht en die zij heeft doordrenkt met haar tranen.

Op een dag verneem ik dat ik in de Verenigde Staten tijdens een mariaal weekend een inleiding moet geven over het gebed. Maar de Gospa heeft zoveel over het gebed gezegd. Hoe moet ik het beste uit haar boodschappen kiezen ? Hoe kan ik de innerlijke dorst peilen van deze mensen, die ik nog nooit heb gezien ? Ik ga naar de verschijningsheuvel om het mijn hemelse Moeder zelf te vragen… In mijn kleine schuilplaats die wordt beschut door twee stenen en die is omgeven met de geur van wilde tijm, open ik mijn hart en ik stel haar mijn vraag: “Wat je me zult ingeven, zal ik tegen hen zeggen. Jij bent aan zet.”

Noch door middel van een innerlijke inspraak, noch door middel van een visioen of verschijning (ik heb die nooit gehad, ik wacht de hemel af), maar via een ondefinieerbare innerlijke impuls in mijn ziel kreeg ik antwoord op mijn vraag, en door dit antwoord van de heilige Maagd ging ik een klein beetje begrijpen van haar beroemde “Bid, bid, bid”.

Het gaat hier om drie gebedsniveaus. De heilige Maagd vroeg me de toehoorders uit te nodigen om zelf de diepgang te bereiken van deze drie niveaus. Anders gezegd: om heel hun gebedspotentieel te ontplooien, om het gebed echt te beleven en om op deze wijze uiteindelijk de hoogste graad van heiligheid te bereiken die voor hen was weggelegd.

De heilige Maagd beleeft in haar hart een tragedie en het is de tragedie van een moeder. Omdat zij de graad van onze heiligheid kent en de schittering van onze schoonheid die de Vader voor ons heeft weggelegd, wordt zij doorboord door de bekrompen keuzes die wij vaak uit onwetendheid maken en waarmee wij onszelf reduceren tot een groepje beginnelingen.

Haar “Bid, bid, bid” is een weerklank van de uitspraak “Alles is volbracht” van Jezus op het kruis, want zoals Jezus is ook zij een liefhebster van de volheid. Zij stopt niet onderweg, zij stelt zich niet tevreden met het eerste niveau van gebed, noch met het tweede. Zij wil alle drie de niveaus, zij wil de maximale hoeveelheid. Als moeder wil zij voor ons de maat hanteren, die zij ook voor zichzelf hanteert. Zij wil ons naar een niveau tillen, waarvan wij nooit het vermoeden hadden dat we het zouden kunnen bereiken. Als we er kennis van zouden hebben gehad, zouden we uitzinnig van vreugde zijn geweest. Waarom herhaalt zij zo vaak haar uitnodiging om te bidden ? Waarom deinst ze er niet voor terug om haar “Bid, bid, bid” soms twee maanden achter elkaar te herhalen, ondanks de kritiek, dat ze in herhaling valt ? Omdat zij niet pietluttig is. “Door het gebed, lieve kinderen, zullen jullie de volmaakte liefde bereiken.” Dat is wat zij voor ons wil. Als het ons geluk betreft, heeft zij niets te verliezen.3
Bij de eerste graad van het gebed, hebben we het atheïsme en de geestelijke onverschilligheid achter ons gelaten. We geloven in een God die goed is en machtig en we zijn gelukkig zo een God te hebben. We bidden graag tot Hem wanneer zich een probleem of moeilijkheid voordoet of wanneer we te lijden hebben of wanneer we iets heel graag willen verkrijgen. Ons gebed is vurig:
— Heer, genees mij.
— Heer, voorkom dat die vijand mij iets aandoet.
— Heer, maak dat ik een uitweg vind in deze ellendige situatie, geef mij een baan.
— Heer, maak dat ik de liefde van mijn leven vind.

Met wat voor een vurig hart bidden wij dan ! En dat is goed, want God is onze Vader. Hij is blij dat we Hem onze noden voorleggen. Als ons gebed is verhoord, dan zijn we voldaan en dan bestaat de kans dat we God wat aan de kant zullen zetten, totdat het volgende probleem zich voordoet. Maar als we niet verkrijgen wat we verlangen, dan zijn we uit het veld geslagen en we stellen ons dan duizend en één vragen en soms keren we God “die toch niet luistert” de rug toe. (Natuurlijk overdrijf ik nu)
Bij deze eerste graad van gebed is mijn verhouding met God eenzijdig. Mijn gebed is een monoloog: ik leg God nauwkeurig uit wat ik van Hem verwacht, waarbij ik Hem laat zien hoe juist mijn verlangen eruitziet en hoeveel goeds eruit voort kan komen. In zekere zin vraag ik God om mijn plannen te dienen. Ook al leg ik Hem het beste plan van de wereld voor (genezen, slagen voor een examen, een conflict beëindigen, enz), toch blijft het slechts het mijne. Ik ben degene die het in alle oprechtheid heeft uitgedacht volgens mijn eigen opvattingen over wat ik nodig heb.
Veel christenen blijven heel hun leven op dit niveau functioneren. Ze blijven steken bij een beperkt gebed, bij een gebedsmonoloog. En zo lopen zij de grote vreugde mis van een echte uitwisseling van hart tot hart. Wat jammer is dat.

Hoe moeten we overgaan naar de tweede graad van gebed ?

De tweede graad van gebed leidt ons binnen in een echte relatie met God, en om zover te komen volstaat het om het te verlangen. God biedt zich aan ons aan, maar het hangt van ons af of Hij zich aan ons kan geven en met ons tot een uitwisseling kan komen. Hier speelt onze vrijheid een doorslaggevende rol4. God kan alleen in ons werken in de mate dat wij dat toelaten.
Nadat we God hebben gevraagd om onze verlangens te verwezenlijken (eerste gebedsgraad), komt er een moment waarop we ons de volgende vraag stellen: “En hoe zou God zelf er over denken ? Alles welbeschouwd, Hij is een levende God die een hart heeft. Misschien heeft Hij ook bepaalde gevoelens ten aanzien van mijn situatie. Misschien denkt Hij er op een bepaalde manier over. En als Hij er nu anders over denkt dan ik ?”

Precies op dit punt kunnen wij ons gebed en ons leven een heel andere wending geven. Het is óf het een óf het ander: open ik mijn hart om te luisteren naar Gods verlangens ten aanzien van mijn situatie (en houd ik daar rekening mee), of sluit ik me af voor Zijn verlangens, uit angst dat ze me in de weg zullen staan ?

Om over te kunnen gaan naar de tweede graad van gebed moet ik een krachtig besluit nemen: ik zal met mijn hart moeten luisteren en daarbij al het mogelijke moeten doen om Gods hartsverlangens gewaar te worden5. Ik moet in de stilte van mijn hart uitzien naar de fluisteringen van Jezus. God is het Woord. Hij wacht op dit gebaar van goede wil van onze kant, om Zichzelf aan ons te kunnen meedelen. Om te beginnen druppelsgewijs, met een oneindige fijngevoeligheid, naargelang de hoeveelheid die we aankunnen.

De ziel zal onbekende horizonten ontdekken en zich kunnen begeven op de weg van de heiligheid. De geheime code voor deze etappe ? Jezus zelf fluistert me hem toe in Zijn evangelie: Heer, dat Uw wil geschiede en niet de mijne.” (Deze code is niet geheim omdat hij onbekend moet blijven, maar omdat hij alleen werkt als ik hem uitspreek in de beslotenheid van mijn hart). Deze geheime code geeft mij toegang tot alle rijkdommen van God. Vol verwondering zal ik dan van de ene verbazing in de andere vallen, omdat ik God kan raken en kan ervaren hoe goed Hij is. Ik ontdek dat Zijn wegen beter zijn dan die van mij en hoezeer ik er goed aan doe om me door Hem te laten leiden. Ik word me ervan bewust in welke mate ik mezelf zonder het te weten een grote innerlijke vrijheid heb onthouden, omdat ik te veel was gehecht aan mijn eigen ideeën en plannen en omdat ik me in een gat bevond.
Daardoor zal ik ook een geheel nieuwe vrede ervaren, omdat ik mijn lot in de handen van iemand anders heb gelegd en die ander is mijn grootste vriend, die ander is de Liefde zelf. Bij Hem ben ik veilig. Eerst zat ik net als een weeskind, dat enkel op zichzelf kan rekenen om de moeilijkheden te boven te komen, helemaal alleen aan het roer van mijn bootje, temidden van de stormen van deze wereld. Maar nu ik mijn Vader heb, heb ik het roer aan Hem overgegeven en mijn hart is in vrede. Wat een opluchting. Ik sta verwonderd over de manier waarop Hij de stormen en de golven en alle fenomenen van de wereld het hoofd weet te bieden. Ik had dat nooit alleen gekund. Het is goddelijk.

Ik ga op Zijn schoot zitten en we keuvelen wat met elkaar als de beste vrienden ter wereld. Vanuit deze intimiteit van liefde vormt Hij mij en onderwijst Hij mij, en voedt Hij mij met zijn wijsheid, corrigeert Hij mij en stuurt mij bij. In één woord, Hij hernieuwt mijn ware identiteit: “Jij bent mijn welbeminde zoon, in wie ik welbehagen heb.”
Deze geheime code slaat nooit de plank mis ten aanzien van haar vruchten. En deze vruchten zijn de heiligheid zelf. Op een dag zegt Jezus tegen de heilige Faustina:
“Mijn kind, neem het besluit om je nooit op mensen te verlaten. Vertrouw je geheel aan Mijn wil toe, terwijl je zegt: “Laat mij niet naar mijn wil maar volgens Uw wil, 0 God, geschieden.” Wanneer ze uit de diepte van iemands hart gesproken worden, kunnen deze woorden een ziel in korte tijd tot de hoogste heiligheid verheffen. In zo’n ziel schep ik behagen. Zo’n ziel geeft Mij eer. Zo’n ziel vult de hemel met de geur van haar deugd. Maar begrijp dat de kracht waardoor je lijden verdraagt uit de veelvuldige communie komt. Nader dus vaak tot deze fontein van barmhartigheid om er met het vat van het vertrouwen alles aan te ontlenen wat je maar nodig hebt.” (Dagboek van Zr. Faustina § 1487)

Wat een goed nieuws: de hoogste graad van heiligheid. Wie zou er niet met zulke beloften over willen gaan naar de tweede graad van gebed ?
ongelukkig zijn. Maar als je met mij op weg gaat, dan zul je gelukkig zijn in de liefde…”

Maar om daar te kunnen komen moet er een hindernis worden overwonnen, en niet de minste: angst. Angst om het roer over te geven en angst voor het onbekende. Angst voor wat men ervan zal zeggen, angst omdat we ons iets inbeelden: “Stel je voor dat God me vraagt om… wat vreselijk. Dat zal ik nooit kunnen.” Met als grootste angst, de angst voor het lijden.

Op een dag was Mirjana in Sarajevo aan het wachten op de verschijning van de heilige Maagd, zoals elke dag om 18 uur 40. Op het verwachte tijdstip was het echter niet de heilige Maagd die aan haar verscheen, maar een hele mooie, zeer elegant geklede jongeman, die er heel verleidelijk uitzag.
Mirjana, zei hij, je moet de Gospa niet volgen, want dan zul je
ongelukkig worden en moeten lijden. Je moet mij volgen… Toen Mirjana dit hoorde, deinsde ze terug.
Nee, antwoordde ze.
De jongeman vluchtte al schreeuwende weg. Het was Satan. Hij had zich vermomd om nog verleidelijker te lijken. Maar het was Mirjana opgevallen, dat de pupillen van zijn ogen rood waren…

Welk soort vergif had Satan gekozen om Mirjana in de val te lokken ? Een heel verfijnd vergif, dat heel goed werkt, omdat het de verwondingen van ons hart weet te raken: “Als je met God op weg gaat, dan zal Hij je lijden en beproevingen zenden, dan zul je altijd ongelukkig zijn. Maar als je met mij op weg gaat, dan zul je gelukkig zijn in de liefde…”

Dat is me wat. Gelukkig zijn in de liefde met Satan die geen milligram liefde in zich heeft ! Hij is een leugenaar en de vader van de leugen. Maar veel christenen nemen deze leugen voor waar aan, zonder hem te doorzien. En zo injecteert Satan hen met zijn eigen angst.

Satan is bang voor God en hij wil ons met dat virus besmetten. Hij dringt ons een beeld op van een God die ons alleen maar ongeluk zou zenden. De waarheid is echter precies het tegenovergestelde: God is de bron van mijn ware geluk, degene die nooit teleurstelt. Als ik echter naar Satan luister, dan sleurt hij me mee in het ongeluk’. Als ik bang ben voor God of voor de wil van God, dan is dat een teken dat ik de gevolgen van deze leugen nog in mij draag. Het is door de Leugenaar dat ik God ga wantrouwen. Als ik me bewust word van deze leugen, dan zal dat mij helpen om ervan af te zien en om hem te werpen in de brandende vuuroven van het hart van Christus. Zodra ik de leugen heb verworpen, zal mijn angst verdwijnen. Deze zal dan overgaan in de wondermooie deugd van de `vreze Gods’ die een vrucht is van de liefde8, en die door de werking van de heilige Geest ervoor zal zorgen, dat ik zal gaan vrezen niet voldoende lief te hebben. Ik zal dan vrezen dat ik de Liefde zal kwetsen.

Het tweede tastbare teken van deze tweede graad van gebed is de vrede. We zijn dan geworteld in een vrede die niemand ons kan afnemen. Het is een gave van God. Ons geluk hangt niet meer af van de wereld, maar van God, want Hij heeft zich ertoe verbonden om ons Zijn vrede te schenken. We zullen dan op een bijzondere wijze vruchtbaar zijn, want deze vrede stroomt uit ons hart “als een rivier die over de wereld uitstroomt.9”

Kunnen we nog verder gaan, bestaat er nog een hogere graad van gebed ?

Naar de derde graad van gebed kunnen we verlangen, maar wij kunnen haar niet zelf uit eigen kracht bereiken. Het gaat hier louter om een initiatief van God zelf.

Nadat we vurig de wil van God hebben gezocht en er met heel ons hart naar hebben gestreefd10, komt er een moment waarop we gerijpt zijn om de genade der genaden te ontvangen: de gelijkvormigheid met Christus”. “Ik ben het niet meer die leeft, zegt de heilige Paulus, maar het is Christus die leeft in mij.” Je kunt hier bijna spreken van een verwisseling. Deze persoon brandde zo van liefde voor Christus en voor zijn broeders, dat Jezus hem op mysterieuze wijze bezocht en Zijn eigen hart in hem legde. Het meest tastbare gevolg, het meest voelbare aspect van deze goddelijke operatie die transverbatie heet — is dat de persoon het leven van Christus zelf leeft: Hij denkt zoals Christus denkt12, hij lijdt zoals Christus lijdt, hij verheugt zich zoals Christus zich verheugt en hij voelt de goddelijke verlangens van Christus in zich branden.
Ik ken meerdere mensen die deze graad van gebed hebben bereikt, maar uit discretie kan ik hier niets over zeggen. In Frankrijk beleefde de mystica Filiola deze buitengewone eenheid met Christus, wat voor haar betekende dat ze ook alle geheime gruwelijkheden zag die plaatsvonden en die gekant waren tegen de aanwezigheid van Christus in de Eucharistie. Daarom beleefde zij een innerlijke agonie. Maar ook beleefde zij al op voorhand de “Kerk van het Licht’ met diens apostelen van Vuur, die Jezus haar toonde als zijnde de grote overwinnaars (na een periode van zuivering van de Kerk, vooral van die in Frankrijk). Deze visioenen brachten Filiola in verrukkingl3.

Deze mensen zijn als een barometer van het gevoelsleven van Jezus.

Tijdens een vergadering bijvoorbeeld, waarin alles goed schijnt te verlopen en waar een goede sfeer schijnt te heersen, wordt zo iemand opeens overmand door een soort innerlijke doodsstrijd. Waarom ? Wat overkomt zo iemand ? Zo’n persoon voelt haarfijn aan of er zich tussen de aanwezigen iemand bevindt die in staat van doodzonde is, en die ondanks zijn welopgesmukte glimlach, verloren dreigt te gaan…

Aan de andere kant kunnen deze personen het ook zonder aanwijsbare reden uitjubelen van vreugde: omdat het hart van Christus zelf in hen klopt, hebben ze bijvoorbeeld kunnen merken dat de genade ergens een grote overwinning heeft behaald…
Ze zijn voor Jezus ‘een nieuwe mensheid’14. Ze bieden Jezus heel hun wezen als verblijfplaats aan, waar Hij al zijn mysteries opnieuw kan beleven.

In dit derde gebedsstadium is het het gebed van Christus zelf dat in de ziel wordt gebeden. Het is overbodig te zeggen dat dit gebed altijd wordt verhoord. Het verkrijgt alles.

Een zichtbaar teken dat iemand dit stadium van gebed heeft bereikt, is dat al het lijden dat hem overkomt voor hem een vreugde is, in plaats van een opgave. Natuurlijk is de oorzaak van deze vreugde niet gelegen in het feit dat men gehecht is aan pijn, wat een afwijking zou zijn (masochisme), maar in het feit dat dit lijden is opgedragen aan Jezus en daardoor medeverlossend is geworden. Deze persoon ziet niet meer zijn lijden, maar met het hart van de Verlosser jubelt hij het daarentegen uit van vreugde bij de gedachte dat door dit opgedragen lijden er zielen zullen overgaan van de dood naar het leven.

Op een dag in het begin van de jaren ’80, had de moeder van Vicka voor haar grote gezin aardappels gebakken. Zij stond op de drempel bij de voordeur van haar kleine blauwe huisje in Bijakovici, om de gebruikte olie weg te gooien. Omdat ze haar aandacht had gericht op de kokendhete pan, had ze de kinderen niet gezien die op het kleine binnenplaatsje aan het spelen waren. Opeens greep een nichtje van vijf jaar haar bij de benen, waardoor ze haar evenwicht verloor. Omdat Vicka zag dat de kleine de kokendhete olie over zich heen zou krijgen, reageerde ze als de bliksem en duwde het kind met kracht opzij en nam haar plaats in. Met als gevolg dat haar gezicht helemaal was verbrand…In die tijd kwam de hulpverlening niet snel op gang. Er was geen telefoon, er was geen eerste hulp post, er was geen ambulance en er was geen geld… Uiteindelijk slaagde men erin om een auto te vinden om Vicka naar Mostar te brengen en haar zus Anna bleef de hele tijd bij haar. Zij vertelde dat Vicka tijdens de reis, ondanks het lijden waarvan we ons een voorstelling kunnen maken, maar bleef zeggen: “Dank je Jezus, dank je Jezus.”

Ze was nog geen twintig en haar gezicht was geheel verminkt. Ze zou voor het leven getekend zijn en toch zegt ze dank je wel ? Ik zal haar geheim verklappen: een tijdje daarvoor had de Gospa met de zieners gesproken over de grote zondaars en over de tranen van bloed die ze weent vanwege de zielen die verloren gaan. Vervolgens vroeg ze aan hen, zoals aan de kleine herderskinderen in Fatima, wie zich wilde opofferen voor de redding van de zondaars. Vicka riep meteen “Ik !”. De Gospa had haar daarna laten zien hoe vruchtbaar het lijden is, als het wordt opgedragen aan Jezus.
“Weinig mensen hebben de grote waarde begrepen van het lijden, wanneer het aan Jezus wordt opgedragen”, zei ze ook tegen haar.
Vanaf het moment dat Vicka had begrepen dat zij veel mensen zou kunnen helpen, door haar lijden en haar ellende aan God op te dragen, heeft ze er zich met heel haar hart op toegelegd. Daarom voert haar vreugde om te redden de boventoon bij de moeilijkheden die ze ervaart bij de kruisen van het leven.15
Ik heb gezien dat deze mensen de gelukkigste ter wereld zijn, omdat ze Jezus ‘bezitten’ voor zover dat hier op aarde mogelijk is vóór de gelukzalige aanschouwing. We raken hier aan het hoogtepunt van het christelijke leven, waarbij de ziel, geheel gezuiverd van de blik op zichzelf, en geheel omgevormd in een levende hostie, zich in een ononderbroken vurig gebed tot God verheft. Deze mensen trekken duizenden harten naar Christus, het zijn medeverlossers16.

Als Maria in Medjugorje iedereen vraagt “bid, bid, bid”, dan wil zij daarmee zeggen dat iedere ziel is uitgenodigd om door middel van deze drie gebedsniveaus in aanraking te komen met de onmetelijke diepten van de eenheid met God. De heilige Maagd zelf is natuurlijk het meest gelijkende voorbeeld van deze vereenzelviging met Christus. Aan de heilige Brigitta van Zweden beschrijft ze met enkele woorden haar rol als bruid, waarbij ze aangeeft dat de volle ontluiking van haar bruidsschap de meest zuivere medeverlosseres van haar heeft gemaakt17:

“Adam en Eva hebben de wereld verkocht voor een stuk fruit. Mijn Zoon en ik hebben de wereld gekocht met een Hart. Zijn lijden was mijn lijden.
Want Zijn Hart was mijn Hart.”

Hoe komt het dat zo weinig Christenen dit derde niveau bereiken ? Een van de mogelijke redenen is onwetendheid. Dat dit hoofdstuk voor velen een horizon mag blootleggen.
Vandaag de dag biedt de media wijd en zijd en op subtiele wijze de meest doeltreffende middelen aan om de ziel onder te dompelen in de dood. Deze markt weet zich snel te verspreiden onder de bevolking, die gretig toehapt, als we het mogen afmeten aan het aantal zelfmoorden dat plaatsvindt en aan de miljoenen psychisch zieken die er zijn. Maar wie vertelt de mens dat deze in zijn Schepper en Redder een ongelofelijk potentieel aan geluk kan vinden ? Wie heeft de moed om de wereld op de knieën te zetten ? Maria van Medjugorje, dank je wel dat jij het doet !