Drieëntwintigste dag – De trouwe Gezel van Jezus in de beproevingen

DRIEËNTWINTIGSTE DAG

De trouwe Gezel van Jezus in de beproevingen

De benaming ‘vader’ is bij Jozef geen loze titel. Jozef beveelt en Hij, die de dageraad en de zon geschapen heeft en door de morgensterren aanbeden wordt, gehoorzaamt. Jozef spreekt en het Goddelijk Kind buigt zich voor hem, het Kind in wiens naam iedere knie zich buigt in de hemel, op de aarde en onder de aarde; deze God, wiens almachtige stem ceders breekt en heel de natuur naar Zijn beschikking herschept of in stand houdt. Attent op alle noden van deze aardse vader beantwoordt Hij aan diens wensen, helpt hem bij zijn werk en troost hem in al zijn zorgen.

Zo gedroeg Jezus Christus zich en ik durf te zeggen, zo moest Hij zich tegenover de heilige Jozef gedragen. Christus, die gekomen was om de wet met uiterste gestrengheid te vervullen, Hij, die zelfs de macht geëerbiedigd heeft, die van bovenaf aan vorsten en heidense regeerders was gegeven, heeft nooit Zijn natuurlijke plichten, verwaasloosd, waarvan zelfs God niemand kan ontslaan. Heel de wereld weet dat de evangelist, de H. Johannes eens het geluk heeft gehad aan de borst van Jezus te mogen rusten. Heel de wereld weet ook, dat wat een eer was voor hem, voor Jozef een recht was en dat wat de geliefde leerling slechts één keer beleefd heeft, Sint-Jozef, wel duizend keer overkomen is; heel de wereld weet ook dat Jozef op zijn oude dag, de verrukking mocht ervaren te mogen vertoeven onder de vleugels van die Goddelijke Verlosser, Jezus Christus, die, in zijn kinderjaren vol liefde tegen Jozef geleund, uitrustte.

Maar de heilige Jozef verkreeg nog een veel grotere gunst.

Hij had het eerste en het beste deel aan de lijdensbeker van zijn Zoon en aan de hevige smarten die hem bedwelmden. Deze uitspraak die u eerst zal verbazen, omdat die de liefde van God afmeet aan de smarten die Hij zijn uitverkorenen laat lijden, deze uitspraak, zeg ik, is heel vanzelfsprekend wanneer we zien, dat het lijden een voorrecht van heiligen is, dat de weg die hen naar de hemel leidt een weg van tranen en beproevingen is, en dat de meest beminden de meest beproefden zijn. Jozef nu, is een van de rechtvaardigen die, op de ‘heldhaftige weg’ van godsvrucht en geloof, die hij altijd bewandeld heeft, alleen maar bloemen geplukt heeft tussen de doornen, en waarvan God het behaagd heeft de deugd op de proef te stellen door de zwaarste en hevigste beproevingen.

Ga naar Jozef, zei de farao tot die onderdanen die de hongersnood en de ellende begonnen te voelen: Ite ad Joseph (Gen. 45, 55). Ga tot Jozef, u, die door gebrek aan geestelijke goederen in de diepste nood verkeert; weldra zult u overvloed bezitten. Ite ad Joseph, et quidquid dixerit vobis, facite. Ga naar Jozef, en doe alles wat hij u zeggen zal! Ga naar Jozef, u die in het gebed alleen maar tegenzin en dorheid voelt. Laat ieder, wie dan ook, die niet kan bidden zich wenden tot die grote leermeester, en hij zal ten volle onderricht worden: Ite ad Joseph. Ga naar Jozef, u die, in dit sterfelijk lichaam de opstandigheid van het vlees en de beschamende aanvechtingen van de zinnelijke begeerte voelt: Ite ad Joseph. Ga naar Jozef, u die, nog niet weet of u God toebehoort of niet; u, die bij de geringste tegenslag geneigd bent zijn dienst te verlaten om naar de wereld terug te keren; en u zult door zijn volharding leren standvastig te zijn te midden van de stormen die u los willen rukken van de deugd: Ite. Ten slotte, ga naar hem, u allen, christenen in naam die het ook in werkelijkheid wilt zijn; want u zult hem niet alleen een machtige beschermer vinden, maar ook een voorbeeld van sterke, tedere, dankbare liefde, die de volheid van de wet is en het wezenlijke van het christendom (pater Collet, priester van de Missie).

Nooit werden mensen zo zeer door God begenadigd als de Onbevlekte Maagd en Jozef, haar heilige Echtgenoot; noch zal iemand ooit zo’n grote genade te beurt vallen.

De Onbevlekte Ontvangenis, hoogtepunt van Gods wonderwerken, heeft die volheid van genade ontvangen, opdat Ze waardig zou zijn de Moeder te worden van het mensgeworden Woord.

Sint-Jozef, een eenvoudige en in de ogen van de wereld onbeduidende timmerman, werd verheven tot de hoogste eer, Echtgenoot te worden van de Moeder Gods, te worden genoemd vader, pleegvader en opvoeder te zijn van Hem die de Zoon is van de Eeuwige Vader, Schepper van Hemel en aarde. Deze genade vervulde hun harten met een hemelse vreugde en ze werden het nooit moe God er voor te loven.

Doch naast deze grote vreugde kenden ze evenzeer de beproevingen. God immers, laat nooit na zijn vrienden op de proef te stellen door bekoringen en hen bitterheid na de honing te zenden. Het ware geluk en de volmaakte zaligheid kunnen slechts in de hemel worden bereikt. Onze aardse ballingschap is vol arbeid, beproeving, strijd, bitterheid en bekoring. En indien God ons zoetheden en vertroostingen zendt, is het opdat de christen de moed niet zal verliezen tot hij de palm der overwinning mag grijpen.

Jozef, de gelukkigste onder alle mensen, Gods meest beminde, is tevens de eerste onder de lijdenden en de beproefden.

God liet hem in onwetendheid over de wonderbare Menswording van zijn Woord. Wanneer hij bemerkt dat de Heilige Maagd moeder zal worden, is dit voor deze rechtschapen man een onbegrijpelijk mysterie. Doch daar hij zeker was van de heiligheid van zijn Echtgenote, besloot hij in het geheim van haar te scheiden. Alleen God weet welk een bitterheid zijn ziel toen smaakte en welk martelaarschap zijn hart doorstond.

Het leed van de Heilige Maagd was niet minder groot; ze zag het inwendig martelaarschap van haar Echtgenoot, doch zweeg, want zo was de Wil van God. Ze volstond door Hem te bidden om aan zijn beproeving een einde te maken. Haar gebed werd verhoord; een Engel werd gezonden om Jozef, in zijn slaap, het grote mysterie te openbaren: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, Uw Bruid, tot U te nemen ; het Kind in haar schoot is van de Heilige Geest. Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal zijn volk verlossen van hun zonden ( Math. 1; 20-21).

Bij deze openbaring veranderde de diepe smart in het hart van Jozef in grote vreugde ( Sint-Johannes van Avila).

Overweging

De heilige Jozef is de Voedstervader van onze liefde tot Jezus (H. Franciscus van Sales ).

Sint-Jozef navolgen

Werk, in navolging van de heilige Jozef, Voedstervader van Gods Zoon, aan een steeds diepere nederigheid, die ons in tegenspoed (mislukkingen, spotternijen, hekelingen, …) en allerlei kruisen, het ware middel toont om onze gehechtheid aan het Heilig Hart te bewijzen.

DE ZEVEN SMARTEN EN DE ZEVEN VREUGDEN VAN DE HEILIGE JOZEF
(Kan als noveengebed gebruikt worden)

1. De Menswording.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen Gij besloot in stilte van Maria te scheiden, en bij Uw VREUGDE, toen de Engel U zei, Maria, Uw vrouw tot U te nemen, en U boodschapte dat zij de Moeder van de Verlosser zou zijn (Mt 1, 12-20).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

2. De Geboorte van Jezus.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen Gij te Bethlehem geen schuilplaats vond bij de mensen, en bij Uw VREUGDE, toen Gij de pasgeboren Jezus in de kribbe mocht aanbidden (Lk 2,1-7).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

3. De Besnijdenis.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen het bloed van het Goddelijk Kind voor de eerste maal vloeide, en bij Uw VREUGDE, toen Gij Het, naar Gods bevel, Jezus noemde (Lk 2,21).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

4. De profetie van Simeon.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen Simeon het lijden van Jezus en Maria voorzegde, en bij Uw VREUGDE, toen Gij zag dat Jezus bij zijn opdracht in de tempel als Verlosser van Israël werd erkend ( Lk 2, 22- 23).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

5. De vlucht naar Egypte.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen de Engel U zei naar Egypte te vluchten omdat Herodes het Kind zocht om het te doden, en bij Uw VREUGDE, toen Gij met Jezus in Uw armen het gevaar ontvluchtte (Mt 2,13-16).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

6. De terugkeer uit Egypte.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen gij, op Uw terugtocht uit Egypte, nog ongerust waart voor Jezus, en bij Uw VREUGDE, toen de Engel U zei naar Galilea te gaan (Mt 2, 22-23).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

7. Jezus teruggevonden.

Heilige Jozef, bij Uw SMART, toen gij de twaalfjarige Jezus had verloren, en bij Uw VREUGDE, toen Gij, na drie dagen zoeken, Hem vond te midden van de leraren ( Lk 2, 41-52 ).

Wil voor ons ten beste te spreken.

Onze Vader, Wees Gegroet, Eer aan de Vader.

Verhalen

1. Zo is de devotie voor de Zeven Smarten en de Zeven Vreugden van Sint-Jozef ontstaan

Twee Paters Franciscanen voeren op de Noordzee, langs de kust van Vlaanderen, toen er een razende storm opstak die het schip met driehonderd passagiers overspoelde. De twee religieuzen grepen zich vast aan één van de wrakstukken van het schip en trotseerden zo de golven. In die afschuwelijke toestand bevalen ze zich aan bij Sint-Jozef en bleven drie dagen tussen leven en dood. Tenslotte kwam de Heilige hen de derde dag te hulp. Hij verscheen hen, rechtopstaand op de plank die hen ondersteunde, als een jonge man vol gratie en majesteit.

Hij groette hen allervriendelijkst, hetgeen voldoende was om hun hart te vervullen van onuitsprekelijke vertroosting en om hun ledematen wonderbaarlijke kracht te geven. Daarna deed hij dienst als stuurman, leidde hen door de wateren en zette hen aan land af.

“Ik ben Jozef, zei hij tegen hen. Als u mij aangenaam wilt zijn, bidt dan zeven keer het Onze Vader en het Weesgegroet ter nagedachtenis van de Zeven Smarten en de Zeven Vreugden die ik ondervond toen ik op aarde leefde in gezelschap van Jezus en Maria. Ik zal vooral hen beschermen die deze Vreugden en deze Smarten zullen overwegen.”

Toen hij dat gezegd had, verdween hij en liet de twee Paters vol vreugde en dankbaarheid achter.

2. Een verbazende genezing

Een weduwe leefde met haar vier kinderen in Wenen in grote nood. Bij dit zware kruis kwam nog eens de ernstige ziekte van deze vrouw. Zij werd naar een ziekenhuis overgebracht om zich daar te laten opereren. Het ging om een groot gezwel. Dit misvormde de helft van het gelaat van de arme zieke volledig. Door de operatie ontstond een vingerdiepe hoofdwond, die voortdurend etterde en hevige pijn en bewusteloosheid veroorzaakte. Tenslotte bleek nog dat zelfs het beendermerg aangetast was. Men zei de zieke dat ze met een spoedige genezing geen rekening moest houden.

De zieke was een vurige vereerster van de heilige Jozef. In haar zo deerniswekkende toestand en omwille van de zorg voor haar arme kinderen, voelde ze zich gedrongen de heilige Jozef met bijzonder vurige gebeden te bestormen. Ze wilde ook de Heilige Sacramenten voor deze intentie ontvangen. Na de Heilige Communie sluimerde de zieke in. Het scheen haar toe dat de heilige Jozef aan haar ziekbed stond en haar met moed en vertrouwen vervulde. Na het ontwaken wist ze niet of het een droom of werkelijkheid was geweest: ze ondervond een diepe vrede en had de zekerheid dat ze genezen zou worden.

Reeds na drie dagen was de diepe wond genezen. De dokters en de verpleegsters waren hoogst verwonderd over die onverklaarbare genezing. Na enkele dagen kon de gelukkige moeder het ziekenhuis verlaten. Grondig onderzoek had de volledige genezing vastgesteld. Niet eens een litteken van de wond was achtergebleven.

Zo helpt de heilige Jozef degenen die hem gelovig aanroepen, op hem vertrouwen en hem eren! (D.K.)

3. Doe dat niet! Ga, ik zal je helpen

Overal openbaart de geliefde Heilige zijn goedheid. Een Arabisch meisje, dat al vroeg haar ouders had verloren, was zonder liefde en geborgenheid opgegroeid. De mensen, die haar hadden opgevangen, lieten haar werken en gaven haar meer slaag dan eten. Het leven was voor haar ondragelijk geworden. Al verschillende keren was ze gevlucht, maar steeds hadden ze haar weer te pakken gekregen. Op zekere dag, toen ze ten einde raad was, besloot ze zich te verdrinken in een put, die in het open veld lag. Ze gooide haar sandalen in het water om geen sporen achter te laten en ging op de rand van de put staan om erin te springen. Op dat ogenblik hoorde ze voetstappen achter zich. Ze keek om en zag een man die tegen haar zei: “Doe dat niet, ik zal je helpen”. Hierna verdween hij.

Het meisje, dat haar sandalen van hem terug had gekregen vervolgde op goed geluk haar vlucht. In de nabijheid van een een stad werd ze opgevangen door een groep meisjes, die op het veld werkten. Omdat ze uitgehongerd was, gaven ze haar eerst te eten.

Daarna namen ze haar mee naar een tehuis waar ze woonden en waar het meisje kon blijven. Bij de eerste rondgang door het gebouw bleef ze staan voor een beeld en ontroerd zei ze: “Dit is de heer die me gezegd heeft: Ga, ik zal je helpen”. Het was een beeld van de heilige Jozef en het tehuis was er een van de Goede Herder in het plaatsje El B. Het meisje wilde weten, wie de heer was die bij de put tot haar gesproken had, en wiens beeld ze hier tot haar verbazing zag staan. Na Sint-Jozef en met zijn hulp leerde ze de Maagd Maria, Jezus Christus en de Kerk kennen. Ze bekeerde zich; daarna volgde het heilig Doopsel, de roeping tot religieuze en de intrede in het klooster waar ze de naam Zuster Magdalena van Sint-Jozef aannam. Na een lang en gelukkig leven is ze nu voor eeuwig bij onze grote Heilige in de Hemel.

4. Zuster Maria Repetto en Sint-Jozef

Zuster Maria Repetto werd geboren op 5 januari 1807 te Voltaggio, ten noorden van Genua.

Op 22-jarige leeftijd deed zij haar intrede bij de Zusters van Onze- Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand te Bisagno. Omdat ze een zwakke gezondheid had, hielp ze bij het naaiwerk en nadien op de ziekenafdeling. Tenslotte kwam ze terecht in de portiersloge. In deze functie kwam haar grote devotie voor de heilige Jozef aan het licht. Aan de bezoekers van het klooster gaf zij steeds de raad zich tot de heilige Jozef te richten.

In de spreekkamer kwam men haar dikwijls om raad en bijstand vragen. Dan vroeg zij de bezoeker even geduld te hebben. Zij ging de spreekkamer uit en ging bidden bij het beeld van Sint-Jozef in de gang. Even later kwam zij dan weer terug en gaf het juiste advies.

Op zekere dag kwam een vrouw haar vragen te bidden voor haar man, die blind dreigde te worden. Zuster portierster raadde de vrouw aan te bidden tot Sint-Jozef. Vervolgens ging ze naar haar kamer en draaide daar de beeltenis van de Heilige om met het gezicht naar de muur, terwijl ze zei: “Nu kan je ook eens ondervinden hoe het is in het donker!”

De volgende morgen kwam de vrouw terug om te zeggen dat haar man zijn gezichtsvermogen had terug gekregen. Daarop liep de Zuster vliegensvlug naar haar kamer en draaide de beeltenis weer terug. “Weet je nu hoe het is om blind te zijn?”, zei ze en daarna in stille eenvoud : “Dank je wel, Sint-Jozef!”

Men zou nog heel veel andere feiten kunnen aandragen om de eenvoud en het vertrouwen van Zuster Maria in Sint-Jozef aan te tonen. Haar leven vertoonde een zekere gelijkenis met dat van haar tijdgenoot, Broeder Andreas van Montreal. Zuster Maria Repetto werd door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard op 4 oktober 1981.