NEGENTIENDE DAG
Toonbeeld van de huisvaders
De gezinnen die christelijk willen leven, moeten zich altijd onder de bescherming van Sint-Jozef stellen, want hij zal hun de buitengewone kracht verlenen die tot de verwezenlijking van dit edel ideaal zal moeten leiden.
Paus Benedictus XV (“Motu Proprio”, 25/7/1920) schreef hierover namelijk het volgende: “De heilige Jozef leidt ons te allen tijde naar Maria en zij op haar beurt, voert ons steeds naar Jezus die de bron van alle heiligheid is.
Jezus heeft door Zijn onderdanigheid aan Jozef en Maria de familiale deugden geheiligd. Daarom zouden wij graag zien dat de christelijke gezinnen weer echte “huis-kerken” worden die zich voortdurend “spiegelen” aan zulke deugdzame voorbeelden. Het gezin moet de hoeksteen van de samenleving worden. Daar waar echtelijke heiligheid, samenhorigheid en trouw samengaan zal “rust” heersen. Alleen zó zal de maatschappij vernieuwend kunnen werken met de hulp van Gods kracht. Elk individu van de gemeenschap wordt er op deze wijze van doordrongen. Op die dag zullen wij niet slechts een verbetering van de persoonlijke zeden kunnen waarnemen, maar ook van het maatschappelijke en nationale leven”
Deze woorden van de Paus zijn het overwegen zeker waard! Ze openbaren ons het geheim van de machtige voorspraak en de invloed van de heilige Jozef. Hij werkt samen met Maria en Jezus. Hij heeft een zeer grote invloed op hen. Meer nog, wij krijgen alle genaden door Hem via Maria. Zijn liefdevolle bruid, die Haar Zoon Jezus,
voortdurend smeekt om barmhartigheid.
Sint-Jozef wordt o.a. aangeroepen als Hoofd van het Heilig Huisgezin omdat Hij als zodanig handelt. Maar zijn invloed wordt als het ware versterkt door die van Maria, natuurlijk door de almacht van de Heer. De leden van de Heilige Familie tonen onderling begrip en leven eensgezind. En omdat Jozef het Hoofd van het gezin is, wordt zijn invloedrijke tussenkomst des te belangrijker voor ons.
Vandaar dat wij ons altijd met vertrouwen tot Hem moeten wenden. Hij kan vele kwalen genezen en “rampzalige wonden” helen, die de huidige maatschappij ontsieren. We smeken zijn krachtdadige hulp af, opdat het venijn “echtscheiding” mag verdwijnen. We bidden Hem opdat de harten van echtgenoten worden gezuiverd om zo tot een betere opvoeding van de kinderen te komen. Moge Hij de waarden van het gezinsleven nieuw elan geven! Iedere mens werkt immers mee aan Gods Verlossingsplan.
Heilige Jozef, help alle echtgenoten om eensgezind hun geloof te beleven en te belijden. Help onze gezinnen weer echte christelijke voedingsbodems te worden.
Een christelijke geest is nodig om ons weer de echte zin van het leven te laten ontdekken; een leven van werken en van beproevingen, géén leven van genot alleen, maar wel van hoop en zich verdienstelijk maken. Alleen zó wordt de begeerlijkheid als het ware gedoofd en verdwijnt alle onrust. Wie ingaat op Gods “regelmaat” en rust zal die ook in zijn eigen leven toepassen en dus uitstralen naar de buitenwereld. Deze christelijke geest zal ongetwijfeld zijn geestelijke vruchten afwerpen.
En wij bidden met vertrouwen tot Sint-Jozef om bijstand. Zijn machtige voorspraak spoort ons aan om onze toevlucht tot Hem te nemen. Hij is de geschikte tussenpersoon, en… Hij is immers de beschermende patroon van de gehele universele Kerk (Dom Bernardus Maréchaux).
Wanneer Sint-Jozef zich tot Jezus – Gods Zoon – richt en zei: “Mijn Zoon…” Dan kunt u begrijpen hoe hoog God Sint-Jozef verheven heeft boven alle Heiligen en Engelen. Want tegen wie zegt God: “Gij zijt mijn vader”? Indien God dus, vóór de ganse Hemel, hem (Sint-Jozef dus) zijn vader noemt en hem als zodanig eert, dan kunt u daaruit concluderen dat Sint-Jozef werkelijk een zeer verheven en groot man is! (H. Leonardus van Porto-Maurizio)
Alle christenen zijn kinderen van de Kerk. Door het doopsel geeft onze Moeder de Heilige Kerk aan de zielen een mysterievolle deelname aan de goddelijke natuur: de genade. Nadat ze hen aldus het bovennatuurlijke leven heeft geschonken, laat ze hen niet in de steek, maar verschaft ze hen door de Sacramenten het voedsel dat dit leven zal onderhouden en ontwikkelen. Hierdoor gelijkt de Kerk op Maria, Onze-Lieve-Vrouw, die aan het Woord de menselijke natuur gaf en door haar moederlijke zorgen Jezus’ leven in stand hield en voedde. Welnu, Christus moet in elk kind van de Kerk gestalte krijgen (Gal. 4, 19) en iedereen moet er naar streven uit te groeien in virum perfectum, in mensuram aetatis plenitudinis Christi, tot een volmaakt mens, tot de gehele omvang van de volheid van Christus (Ef. 4, 13).
Maar wie zal er waken over deze Moeder van Jezus ? U heeft het al begrepen: dat is hij, die bijna twintig eeuwen geleden, geroepen werd om de bruidegom te worden van Maria, de voedstervader van Jezus, het Hoofd van de Heilige Familie. Met hoeveel zorg heeft hij zich ingezet om deze verheven zending te vervullen. Wij zouden er gaarne de kleinste bijzonderheden van willen kennen. Maar deze man, die het goddelijk vertrouwen genoot en als dekmantel moest dienen voor het dubbel mysterie van de Menswording van het Woord en van het maagdelijke moederschap van Maria, blijft tijdens zijn aardse leven als het ware in de schaduw verborgen. De zeldzame en korte evangelieteksten die over hem spreken, volstaan echter om aan te tonen wat een bijzonder hoofd van het gezin Sint-Jozef was en welk voorbeeld en bijzondere patroon hij bijgevolg is voor de echtgenoten.
Als trouwe bewaker van de kostbare schat die God hem had toevertrouwd in de personen van Maria en haar Goddelijk Kind, zorgt hij ook voor hun levensonderhoud. Toen hij zich in gehoorzaamheid aan het besluit van keizer Augustus op weg begaf om zich te laten inschrijven in het bevolkingsregister van Bethlehem, wilde hij Maria, die Moeder van God zou worden, niet alleen achterlaten in Nazareth. Bij gebrek aan details in de evangelieteksten proberen vrome zielen zich in gedachte voor te stellen welke zorgen hij toen aan de H. Maagd en haar Kind besteedde. Zij zien hem de zware deur openen van de overvolle herberg, die gelijkt op een oosters logement in de moderne oosterse dorpen; vervolgens wendt hij zich tevergeefs tot familieleden en vrienden; tenslotte, wanneer hij overal is afgewezen, poogt hij in de grot toch enigermate orde en netheid te scheppen. Dan neemt hij Jezus’ handjes, die beven van de kou, in zijn mannenhanden om ze wat te verwarmen.
Toen hij een tijd later vernam dat zijn schat bedreigd werd, nam hij in de nacht het kind en zijn Moeder (Math. 2, 14) en leidde hen langs zandwegen, slecht begaanbaar door stenen en braamstruiken, naar Egypte. Hij werkte daar hard om in hun onderhoud te voorzien. Ingevolge een nieuw bevel uit de Hemel, vermoedelijk enkele jaren na hun aankomst, leidde hij hen onder dezelfde vermoeiende omstandigheden terug naar Galilea. Te Nazareth (Matth. 2, 22-23) leerde hij Jezus, zijn Goddelijke leerling, met zaag en schaaf om te gaan. Soms verliet hij zijn woning om buitenshuis te gaan werken en ‘s avonds bij zijn terugkeer, stonden Jezus en Maria hem op de drempel glimlachend op te wachten. Met hen samen nam hij dan plaats aan een tafeltje om een eenvoudig maal te gebruiken (Pius XII, 10 april 1940).
“Needrig stille timmerman, zo klein in ‘s werelds ogen,
Jozef, wie mocht ooit als Gij op heilige schatten hogen ?
In Uw kleine woning bezat Gij ‘s Hemels Koning
Was Uw gezellin d’Engelen Koningin !”
(oud Vlaams lied)
Overwegingen
Jozef werd niet enkel vader van Jezus genoemd, maar was dit werkelijk zover je dit in religieus verband zo zeggen kunt (H. Johannes Damascenus).
Indien er een mens zou bestaan hebben, volmaakter dan Sint-Jozef, dan zou God deze hebben verkozen als voedstervader van Zijn Zoon.
(Eerbiedwaardige Maria van Agreda)
Sint-Jozef na volgen
Aan Sint-Jozef, Steun van de huisgezinnen, allen die wij beminnen en ook al onze vijanden aanbevelen.
GEBED VOOR HET GEZIN
Heilige Jozef, zie ons gezin voor U op de knieën ! Ieder gezin is een heilige getuigenis van God, dat Hij reeds in het paradijs uitgesproken heeft.
Zegen ons gezin, zegen onze kinderen en zegen het huis waarin wij
wonen. Bescherm ons met de heilige Engelen opdat we door dit leven mogen opgaan naar de troon van God. Amen.
Verhalen
1. Opnieuw vrede in een familie
Iemand met een grote liefde voor Sint-Jozef schreef deze treffende woorden:
De heilige Jozef heeft onze familie onlangs een waardevolle gunst betoond. Bij de dood van mijn moeder zaaide een ongelukkige zaak van eigenbelang onrust en tweedracht in onze familie. Eén van mijn zussen werd niet alleen benadeeld maar ook aangetast in haar reputatie. Na een hevig oplaaiende woordenwisseling was er een complete breuk ontstaan en men wilde elkaar niet meer zien noch spreken. Men verzekerde van weerskanten dat elke verzoening onmogelijk was. En inderdaad, wat we ook probeerden om een toenadering tot stand te brengen, het bleef zonder enig resultaat. Met een van smart gebroken hart wendde ik me tot de goede heilige Jozef. “U bent, zei ik, de voorspreker van de hopeloze gevallen. Indien U mij verhoort, verbind ik me ertoe iedere dag, een heel jaar lang, Uw beeld te gaan bezoeken dat op het einde van het erf staat; ook zal ik bekend maken welke gunst U me betoond hebt.”
Sint-Jozef liet me wachten maar ik hield niet op met hem lastig te vallen. Men spoorde me van alle kanten aan dit kruis met gelatenheid te dragen, aangezien al mijn hoop verloren scheen. Ik wou echter nog een laatste poging doen. Ik schreef naar mijn zus en haar echtgenoot en ik citeerde hen de woorden van Onze Lieve Heer over de vergeving van beledigingen en de liefde voor de vijanden. Dan ging ik de brief aan de voeten van Sint-Jozef leggen en ik smeekte hem deze brief te willen zegenen en begeleiden teneinde hun hart te vermurwen.
O wonderbare goedheid van deze grote Heilige! Mijn zus en haar echtgenoot, die tot dan weerstand hadden geboden, werden overwonnen. Ze gingen de persoon opzoeken van wie ze de beledigingen hadden moeten incasseren. Door haar leeftijd, haar sociale positie en zo werd deze persoon geacht de eerste stappen te zetten. Ze was dan ook aan de grond genageld toen ze mijn zwager bij haar zag aankomen, die haar met zachtheid smeekte mijn brief te willen lezen; dan reikte hij haar teder en vriendelijk de hand, haar verzekerend dat het verleden vergeten was en dat hij niets liever verlangde dan dat de goede familiebanden hersteld zouden worden. Men omhelsde elkaar met vertedering en vanaf dat ogenblik zag alles er anders uit. Geen wrok meer, geen bijgedachten meer, geen enkel restje van pijnlijke indrukken meer.
De volgende zondag herenigde een maaltijd alle familieleden. Men kon de waarheid niet geloven; het leek wel een mooie droom. Iedereen feliciteerde me omwille van mijn volhardend gebed tot de heilige Jozef en één van de aanwezigen, bij wie het geloof jammer genoeg afgezwakt is, vreesde niet luidop te beamen dat het een mirakel was. Sedertdien is alle onenigheid voorbij om plaats te maken voor de eenheid van de harten, een eenheid met de diepste genegenheid.
Lof en zegen aan onze goede heilige Jozef!
2. Het gebed tot Sint-Jozef
In de vorige eeuw leefde in een bescheiden huisje in Bordeaux een jonge vrouw die men met reden beklaagde om het droevige leven dat zij leidde. Haar man, meegesleept door slecht gezelschap, liet de huiselijke haard in de steek en kwam er af en toe alleen maar om de ellende en de ontberingen te vervloeken, die hem er wachtten.
Zijn zachtaardige en godvruchtige vrouw had hierom veel verdriet, maar zij klaagde niet. In het gebed vond zij kracht. Hun kindje, een engelachtig lief meisje, was haar troost in haar verlatenheid, ‘s Avonds gedurende de lange uren, die zij in eenzaamheid doorbracht in het hoekje van de arme kamer, leerde de beklagenswaardige moeder haar dochtertje bidden, voordat zij haar in het wiegje te slapen legde. Onder het inslapen herhaalde zij voor haar de zoete namen van Jezus, Maria en Jozef.
Op zekere dag echter besloot haar man vroeg in de avond naar huis te gaan omdat hij zijn kameraden niet getroffen had. Net toen hij op het punt stond de deur open te doen, hield hij in. Hij hoorde opeens de stem van zijn vrouw. “Met wie spreekt zij?”, vroeg hij zich af, zijn hart vol van onjuiste verdenkingen. Zachtjes duwde hij de deur open. Wat zag hij! Zijn jonge vrouw op haar knieën, houdt haar kindje in haar armen en beëindigt met haar het avondgebedje. Zij voegt er aan toe: “Mijn lieve meisje, laten we nu voor je vader bidden waar ik zoveel van houd en waarvan jij ook veel zult gaan houden. Laten wij hem bij de heilige Jozef, zijn patroon, aanbevelen”. Het kindje vouwt haar handjes stijf voor haar borst en herhaalt samen met haar moeder het dagelijkse gebedje: “Oh lieve Jezus, oh lieve Jozef, zegen hem !”
Haar man, door dit onweerstaanbare tafereeltje ontroerd, knielt bij het wiegje en bidt samen met zijn godvruchtige vrouw en zijn schattig dochtertje. God verhoort zijn gebed en geeft hem de liefde voor zijn gezin en een gezuiverd hart. Sedertdien is hij een goed christen en een gelukkige vader. Hij mijdt slecht gezelschap en vindt zijn vreugde thuis in zijn gezin.
3. Het examen van de Luchtmacht
Een bejaarde priester, met een grote godsvrucht tot Sint-Jozef, vertelt de volgende waar gebeurde geschiedenis :
Zij, Madeleine, kind van Maria, een voorbeeldig jong meisje.
Hij, Pierre, technisch medewerker bij de spoorwegen en muziekleider van het patronaat: elke avond repetitie met trompetten, klaroenen, trommels…
Ik had hen getrouwd; het was een goed huwelijk en de kinderen werden zeer christelijk opgevoed.
Twintig jaren zijn voorbij gegaan. Op een avond zie ik Pierre aankomen, totaal van streek. Jan, zijn oudste zoon, 19 jaar oud, met grote kosten opgevoed bij de Dominicanen, had gepoogd zelfmoord te plegen.
“Hij heeft Sartre gelezen!”, zei ik tot de arme vader. En hij, bijna ongeletterd, antwoordde: “Ja, ik geloof dat er in zijn kamer boeken met deze naam liggen. Niets interesseert hem meer! Hij gelooft niets meer. Hij verlangt slechts één ding: deelnemen aan het examen van de Luchtmacht… Maar, om een kans van slagen te hebben, moet men ‘een kruiwagen hebben’. Denkt u eens in: op tweeduizend kandidaten, worden er slechts tweehonderd aangenomen… Dus heb ik aan u gedacht, daar u veel mensen kent. U zou kunnen proberen om enkele hooggeplaatste personen aan te spreken, bijvoorbeeld die generaal waarvan u mij eens gesproken hebt.”
“Maar, mijn beste Pierre, deze oude generaal is nu met pensioen; hij heeft zijn vroegere relaties niet meer. En verder ken ik niemand bij de Luchtmacht.” Op al mijn tegenwerpingen, antwoordde de arme vader: “Ja! Ja!”… Maar voor zijn zoon, moet ik een krachtige voorspraak vinden!
Na twee uren nutteloos gesprek, eindigde ik met hem te zeggen: “Luister, Pierre. Zeg aan je zoon dat hij moet gaan biechten en dat hij aan zijn moeder moet zweren nooit meer Sartre te lezen. Jij en Madeleine houden een ernstige novene tot Sint-Jozef.” Wat mij betreft. “Ik ken iemand die ‘zéér, zéér hoog geplaatst’ is. Ik beloof je met hem te zullen spreken. Ik denk niet dat er iemand machtiger en invloedrijker is dan hij!”
De arme Pierre was tevreden. Wat dacht hij ? ‘Zéér, zéér hoog geplaatst’! Zou het de President zijn, of zijn Minister, of de Minister van Defensie, of…? In ieder geval was hij ervan overtuigd, dat zijn zoon een zeer machtige voorspraak genoot, die zijn welslagen zou verzekeren.
Thuis gekomen, zei hij tot zijn zoon: “Jan, ik heb pater X… gesproken. Je zult zeker slagen. Doe je best; er blijven nog maar 2 maanden over tot het examen”.
De dag van het examen komt. De volgende dag gaat Jan de uitslag bekijken, die aan de deur van de academie hangt. Hij had nu niet bepaald een groot vertrouwen in de belofte van zijn vader, m.b.t. de ‘zéér, zéér hooggeplaatste’ persoon. Hij las dan ook eerst de namen onderaan de lijst. Na zo’n vijftig namen te hebben gelezen, zonder zijn naam te hebben gevonden, zuchtte hij ontmoedigd: “Ik ben niet geslaagd”, en vertrok vol droefheid. “Terwijl mijn vader me zó had verzekerd dat ik zeker zou zijn van slagen! “
Terwijl hij al deze zwarte gedachten door zijn hoofd liet gaan, ontmoette hij op het einde van de straat een kameraad. Deze nam hem geestdriftig bij de handen en riep – Gefeliciteerd !!!
– Niks ervan ! Ik ben niet geslaagd.
– Wat zegt u!? Je bent de eerste van de promotie! Je staat boven aan de lijst!!!
Dit alles werd met zo’n uiting van oprechtheid gezegd, dat onze Jan aan zichzelf begon te twijfelen. Hij had inderdaad niet gekeken wie de eerste was. Zou het misschien waar zijn? Meegesleurd door zijn vriend, ging hij terug.
Daar aangekomen, blijft hij verbijsterd staan. Hij, de arme Jan, hij is de eerste van de lijst!!! De ‘zéér, zéér hooggeplaatste’ bij wie men voor hem gesproken had, moest inderdaad wel zéér machtig zijn! Zijn vader had gelijk! Hij, Jan, de eerste van tweehonderd aangenomenen… de eerste van tweeduizend kandidaten!
En de bejaarde priester besluit: “Ja, wie had kunnen geloven, dat zelfs om te kunnen slagen bij het examen van de Luchtmacht, Sint- Jozef een machtiger voorspreker zou zijn, dan de President of de Minister van Defensie ?”
4. Getuigenis van een huismoeder over de trouw van Sint-Jozef ten gunste van hen die zich in al hun noden tot hem wenden
19 maart 1992
Zeer geliefde broeders,
Vandaag 19 maart, feestdag van Sint-Jozef, ben ik zeer verheugd u te kunnen mededelen, dat deze grote Heilige wederom de gebeden verhoord heeft die ik sinds de eerste maart tot hem richtte.
In de pijnlijke toestand waarin ik mij bevond, heeft hij niet opgehouden mij hulp, bescherming en troost te brengen. Zo ook gisteren, terwijl ik vol vertrouwen tot hem bad, kreeg ik bezoek van mijn ouders die sinds een paar weken niet meer met mij spraken, namelijk vanaf de dag waarop ik hun meldde dat ik in verwachting was.
1. Deze vrouw kon geen kinderen krijgen. Ze deed een novene tot Sint-Jozef en deze grote Heilige gaf haar een wonderbaar geschenk, namelijk een gezonde tweeling.
Het kind dat ik sinds drie maanden droeg was niet welkom, want het stoorde zowel mijn familie als mijn man en zijn verwanten.
In stilte bad ik tot Sint-Jozef om dit lijden, deze vijandschap te kunnen verdragen en ik smeekte hem het hart van mijn dierbaren te verzachten.
Gisteravond, op de dag vóór zijn feest, hebben mijn ouders mij onverwachts een bezoek gebracht en gevraagd om te mogen blijven dineren. Ik heb hen dus verzocht bij ons te blijven. Na de maaltijd, terwijl zij klaar stonden om te vertrekken, nodigden ze mijn man en mij uit om de zondag bij hen door te brengen samen met de hele familie en zij voegden er aan toe dat het hen veel genoegen zou doen. In hun ogen las ik spijt en ik voelde dat het hen berouwde de dood van mijn kind gewenst te hebben dat zo bedreigd was door zovele verwanten die het wilden laten aborteren.
Toen geloofde ik dat Sint-Jozef uiteindelijk hun hart geraakt had en ik was er door aangegrepen. Zovele malen had deze voedstervader van Jezus, die ook de onze is, zo mild genaden verleend. Steeds had hij mij in moeilijke ogenblikken gesteund, zowel in mijn dagelijks werk als in mijn huiselijk leven.
Ik wil niet dat deze genade onopgemerkt zou voorbijgaan voor u allen die hem liefhebben en hem als Uw patroonheilige terecht vereren.
Ik heb u mijn familieproblemen en mijn moeilijke situatie toevertrouwd. Het is zeker dat ik u allen deze genade verschuldigd ben en nu verwacht ik, dat de grootste onder alle heiligen, na Maria, eindelijk allen zal bekeren die niet in God geloven en zonder de hulp van het geloof in wanhoop verkeren.
Het is deze genade die ik mijn al mijn naasten toewens, opdat hun ziel en hun hart in vrede en harmonie met de Almachtige Vader moge zijn, en in eenheid met de Heilige Geest voor alle eeuwigheid.