Vierde dag – Het primaat van het innerlijk leven

VIERDE DAG

Het primaat van het innerlijk leven

Ook over het werk van de timmerman in het huis van Nazareth ligt dezelfde sfeer van stilzwijgen waarmee alles gepaard gaat wat op de figuur van Jozef betrekking heeft. Het is echter een stilzwijgen dat op bijzondere wijze de innerlijke werkelijkheid van deze figuur openbaart.

De Evangelies spreken alleen over wat Jozef deed; toch stellen zij in staat in zijn doen, dat met stilzwijgen omgeven is, een sfeer van diepe contemplatie te ontdekken. Jozef stond dagelijks in contact met het mysterie dat van eeuwigheid verborgen was en was komen wonen onder het dak van zijn huis.

Dit verklaart bij voorbeeld dat de H. Theresia van Jezus, de grote hervormster van de contemplatieve Karmel, een ijveraarster werd voor de vernieuwing van de verering van Sint-Jozef in de westerse christenheid.

De ware aanleiding voor het volledige offer dat Jozef van heel zijn leven gemaakt heeft ter wille van de aanspraken van de komst van de Messias in zijn eigen huis, vindt men “in zijn onpeilbaar innerlijk leven, waaruit voor hem zeer uitzonderlijke opdrachten en vertroostingen voortkomen en de logica voortvloeit en de kracht, die eigen is aan eenvoudige en zuivere zielen, voor grote beslissingen, zoals die om onmiddellijk zijn vrijheid, zijn wettelijke menselijke roeping, zijn echtelijke geluk ter beschikking te stellen van de goddelijke plannen, en de staat, de verantwoordelijkheid en de last van het gezin te aanvaarden en afstand te doen van de natuurlijke echtelijke liefde ten behoeve van een onvergetelijke maagdelijke liefde, die het innerlijke leven fundeert en voedt” (Paulus VI).

Deze onderwerping aan God, die gelegen is in de ogenblikkelijke wilsbereidheid om zich geheel en al in Zijn dienst te stellen, is niets ander dan de beoefening van de godsvrucht, die één van de uitingen van de deugd van godsdienst vormt (H. Thomas van Aquino, ST II-II, q. 82 a. 3 ad 2.).

De levensgemeenschap van Jozef en Jezus voert ons nog tot de overweging van het mysterie van de menswording juist ten aanzien van de menselijke natuur van Jezus Christus, welke het doeltreffende werktuig van God is voor de heiliging van de mensen: “De menselijke daden van Christus waren uit kracht van zijn godheid heilzaam voor ons en oorzaak van genade in ons, zowel om reden van de verdienste als door een zekere doeltreffendheid” (T.z.p. III, q.8 a. i ad 1.).

Onder deze daden kennen de Evangelisten een bijzondere waarde toe aan die, welke het Paasmysterie betreffen, maar zij laten niet na de betekenis te beklemtonen van het fysieke contact met Jezus met het oog op genezing (Mar. 1, 41) en de invloed die Hij uitgeoefend heeft op Johannes de Doper toen beiden nog in de moederschoot waren (Luc. 1, 41-44).

Zoals men heeft gezien, heeft het apostolische getuigenis de verhalen over de geboorte van Jezus, de besnijdenis, de opdracht in de tempel, de vlucht naar Egypte en het verborgen leven in Nazareth niet veronachtzaamd, vanwege het mysterie der genade dat vervat is in die handelingen, die alle heilshandelingen zijn, omdat zij delen in dezelfde bron van liefde: de godheid van Christus. Als deze liefde door middel van de mensheid van Christus uitstraalde over alle mensen, profiteerden daarvan zeker op de eerste plaats degenen die de goddelijke Wil geplaatst had in de meest vertrouwelijke relatie met Hem: Maria, Zijn Moeder, en Jozef, Zijn Voedstervader. Hoe zou men kunnen doordringen in de diepte van de geheel uitzonderlijke relatie tussen Jozef en Jezus, daar de vaderlijke liefde van Jozef wel invloed moest uitoefenen op de kinderlijke liefde van Jezus en omgekeerd de kinderlijke liefde van Jezus wel invloed moest uitoefenen op de vaderlijke liefde van Jozef?

De zielen die het meest gevoelig zijn voor de aandrang van de goddelijke liefde, zien terecht in Jozef een lichtend voorbeeld voor het innerlijk leven. In hem wordt bovendien op ideale wijze de schijnbare spanning overwonnen tussen het actieve en contemplatieve leven, wat mogelijk is voor wie de volmaakte liefde bezit.

Het bekende onderscheid volgend tussen de liefde voor de waarheid (Caritas Veritatis) en de eisen van de liefde (Necessitas Caritatis), kan men zeggen dat Jozef zowel de liefde voor de waarheid heeft gekend, de zuivere liefde dus voor de beschouwing van de goddelijke Waarheid die afstraalde van de mensheid van Christus, als de eisen van de liefde, de eveneens zuivere liefde dus van de dienst die vereist werd door de bescherming en de ontwikkeling van die mensheid (Z. H. Paus Johannes Paulus II, “Redemptoris Custos”, Nrs 25-27, 15/8/1989).

Overweging

Ik geloof dat Sint-Jozef na de Allerheiligste Maagd Maria, de zuiverste en meest kuise, de nederigste en de verhevenste in de contemplatie is geweest, en dat niemand God evenveel heeft bemind en zoveel zorg heeft gehad voor het heil van de mensen, als hij (H. Bernardus).

Sint-Jozef navolgen

Ondanks talrijke bezigheden minstens een kwartier vrijmaken om zich te wijden aan de meditatie die het mogelijk maakt beter de goddelijke wil aan te voelen.

GEBED TOT SINT-JOZEF VOOR DE HEILIGING VAN ZON- EN FEESTDAGEN

Glorierijke Patriarch, heilige Jozef, wij bidden U, verkrijg voor allen die de zon- en feestdagen eren, de rijkste hemelse zegen.

Maak dat zij, die ze onteren, hun onrecht spoedig erkennen en zich bekeren.

Moge de dag aanbreken, waarop het ganse christenvolk zich op de geboden feestdagen van iedere verboden arbeid onthoudt en met ernst en ijver zijn zielenheil gedenkt tot eer van God die leeft en regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Verhalen

1. Hinderlijke en hevige bekoringen

Pater de Barry vertelt, dat een vrome kloosterzuster gekweld werd door hinderlijke en hevige bekoringen, vooral tijdens het gebed. Dit verontrustte haar des te meer, omdat als gevolg van deze bekoringen angst en wantrouwen haar vervulden, en ze zich inbeeldde dat ze nooit deze kostbare vrijheid van geest zou kunnen bereiken, die in deze wereld het hemels erfdeel is van de kinderen Gods.

In haar nood nam ze haar toevlucht tot Maria, haar goede Moeder, om de rust en de vrede des harten terug te vinden. “0, Heilige Maagd, zo sprak ze tot haar, als U zelf van oordeel bent, dat U mij deze genade niet kunt geven, wil mij dan toch onder de Heiligen, die U het dierbaarst zijn, tenminste een patroon aanwijzen tot wie ik met vertrouwen en succes mijn toevlucht kan nemen”.

Nauwelijks had ze dit gebed beëindigd, of ze voelde zich door troost overstroomd. Sint-Jozef bleek in haar innerlijke aanschouwing de Heilige te zijn, die het meest door de Heilige Maagd werd bemind, zowel als Echtgenoot als omwille van zijn voortreffelijke deugden. Zonder ook nog maar één moment te aarzelen vertrouwde ze zich toe aan deze verheven beschermer. En Sint-Jozef liet haar ogenblikkelijk de krachtdadigheid van zijn voorspraak voelen door haar van haar zorgen te bevrijden. Vanaf dat tijdstip nam ze haar toevlucht tot de verheven Echtgenoot van de Maagd Maria zodra ze door de duivel werd aangevallen en herkreeg ze onmiddellijk de vrede des harten en de vrijheid om in alle rust met God te kunnen spreken.

2. Of geen “censuur” of geen werk!

Hier volgt een brief van 17 februari 1991, geschreven aan de Overste van een klooster, die men niet zonder belangstelling zal lezen en die in ons het vertrouwen in Sint-Jozef, de roemrijke afstammeling van David, zal vermeerderen.

Eerwaarde Pater,
Zoudt u alstublieft de goedheid willen nemen om een Heilige Mis te laten opdragen in dankzegging, ter ere van Sint-Jozef?

Mijn oudste zoon, Jan, heeft het aan deze goede vader te danken, dat hij zijn werk heeft mogen behouden, dat geduchte tegenstanders hem dreigden te ontnemen.

Jan is verantwoordelijk voor de boekenafdeling van een groot warenhuis; omdat hij weigerde elke obscene, occulte of verwerpelijke literatuur te verkopen, gaf men hem de keuze: òf geen ‘censuur’ òf geen werk. Wij hebben vurig tot Sint-Jozef gebeden.

Resultaat: de volgende morgen betoonden de personen in kwestie aan Jan hun oprechte spijt en vroegen hem te blijven! Het is wonderbaarlijk, gezien de wanhopige situatie!

Mag ik u tevens een Heilige Mis vragen voor de slachtoffers van de bombardementen in het Midden-Oosten, vooral te Bagdad?

Met vriendelijke groeten…

3. Het dagelijks Onze Vader tot de heilige Jozef was zijn redding

Het was in Brazilië. Een jongeman was zonder voldoende roeping priester geworden bij de Benedictijnen, trad echter uit en leidde een liederlijk leven. Zijn medebroeders wisten niet meer waar hij zich ophield.

Op zekere dag werd de prior van een Benedictijnenklooster door een vreemde man tot een onbekende stervende geroepen. Lang begeleidde de bode de priester, tot hij in een vreemde omgeving voor een huis bleef staan en plotseling verdween. De pater had moeite om in het huis binnen te komen. De vrouw des huizes verklaarde dat er geen stervende was. Doch de pater geloofde door God geroepen te zijn en gaf niet op. Uiteindelijk werd hij binnen gelaten.

Hij vond er een zieke, die echter niet om een geestelijke gevraagd had. Toen de Pater hem vertelde waarom hij gekomen was, werkte de genade machtig in de zieke en hij sprak: “De heilige Jozef wil me duidelijk redden. Daarom moet u weten: ik ben de voormalige pater Benedictijn N. N… Niettegenstaande mijn zondig leven heb ik nooit nagelaten dagelijks de heilige Jozef met een Onze Vader om een zalige dood te bidden.”

Hierna ontving hij rouwmoedig de laatste Sacramenten en stierf, verzoend met God (Benedictusbode).

4. De liefdevolle ‘omwegen’ van de heilige Jozef

Ik ben katholiek gedoopt. Maar ik was jarenlang geen kerk meer binnengegaan en bekommerde mij niet meer om de godsdienst. Toen ik trouwde probeerde mijn vrouw me op de rechte weg terug te brengen. Maar dat kwam slecht bij me aan. Voor mij was religie een afgedane zaak. Basta. Zo verstreken jaren.

Op zekere avond zei mijn vrouw me met besliste stem: “Willem, morgen ga je met me mee naar de Heilige Mis”. “Neen”, antwoordde ik even rustig en kordaat. Op die manier praatten we nog lang heen en weer. Anna bleef steeds vastberaden en kalm, ik daarentegen werd geleidelijk aan woedend en nerveus en beklemtoonde met krachttermen dat ik geen voet op de kerktrappen zou zetten. Toen ik — uit trots — eerst lang na mijn vrouw ging slapen, was ik helemaal opgewonden en kon de slaap niet vatten. Eerst tegen de morgen sluimerde ik in.

Daar werd ik opeens gewekt. Mijn vrouw stond aan mijn bed:
— Willem, het is tijd voor de Mis; sta op, anders komen we te laat!
— Wat denk je wel! Ik ga niet naar de Mis!
— Toch wel, je zult gaan. En daarmee ging ze voort.

Ik wilde verder slapen, doch het lukte niet. Nadat ik in mijn bed steeds maar had liggen woelen, stond ik mismoedig op om een wandeling in de frisse lucht te maken. Doelloos liep ik door de omgeving en stond plots voor de katholieke kerk. Binnengaan? Neen! De triomf van mijn vrouw zou te groot zijn. Dus ging ik voorbij en slenterde doelloos verder. En ditmaal — ik weet niet hoe het gebeurde — moest ik mij overgeven. Zonder te overleggen wat ik deed, ging ik binnen regelrecht naar een biechtstoel. Gelukkig liet de priester mij niet lang de tijd om uitvluchten en verontschuldigingen te zoeken. “Mijn vriend, nu gaat u uw biecht spreken, want God heeft u naar hier geleid en ik zal u helpen”. Zo legde ik een goede biecht af en ontving vervolgens de Heilige Communie. Ik voelde een geluk in mijn hart, dat mij vroeger onbekend was.

Mijn vrouw had het hele verloop gevolgd. Toen ik thuis kwam, viel ze me vol vreugde om de hals en zei heel bescheiden en nederig:

— Willem, ik wist dat je zou komen.
— Hoe kon je dat weten?
— Ik heb een novene tot de heilige Jozef gedaan!

Wat moet ik daar nog aan toevoegen? Een ding was me duidelijk: ik moest weer een betere katholiek worden. Maar niet meer langs omwegen, zoals bij de biecht, maar direct, onder de vaderlijke bescherming van de heilige Jozef (Benedictusbode).