Zesentwintigste dag – Toonbeeld van de arbeiders

ZESENTWINTIGSTE DAG

Toonbeeld van de arbeiders

Welke heilzame opmerkzaamheid is er niet uitgegaan van de Voorzienigheid om Sint-Jozef als toonbeeld aan de arbeiders te geven. Sint-Jozef was een werkman, Jezus zelf eveneens onder het wakend oog van zijn voedstervader, zodat ze hem gewoonlijk noemen: de zoon van de timmerman, de zoon van de werkman (Mt. 13, 55 ; Mk. 7, 3 )

Wat voor een les is dit niet om de menselijke hoogmoed neer te halen!

De Zoon van God is op aarde gekomen om als voorbeeld te dienen voor de mens en om gelijktijdig in hem Zijn genade te storten; en Hij heeft die genade opgesloten in de voorbeelden die Hij hem gaf. De menselijke daden van Jezus zijn niet alleen eenvoudige handelingen die men moet navolgen, het zijn bovendien genadebronnen die overvloedig volstaan voor de mensheid die hieruit eindeloos kan putten. Het was noodzakelijk dat de daden van de Zoon van God door alle mensen konden worden nagevolgd; daarom heeft het God behaagd, voor Hem en zijn Familie op aarde het meest alledaagse en eenvoudige leven te kiezen, namelijk dat van de arbeider.

Door dit leven aan te nemen voor hemzelf en voor de zijnen, heeft hij het geheiligd voor allen die op dezelfde manier leven, heeft hij er zijn levende genadebronnen ingelegd, die voor de eenvoudigen en nederigen toegankelijk zijn.

Welnu, in de wijsheid en de zachtheid van Zijn Voorzienigheid heeft Jezus besloten om heel speciaal in de handen van Sint-Jozef, zijn voedstervader, in wiens aanwezigheid Hij het leven van een werkman heeft aangeleerd, alle genaden te leggen die hij gedurende 30 jaar heeft vergaard, opdat hij ze zou uitdelen over de onmetelijke massa mensen, die het hoofd gebogen houdt uit noodzaak voor het dagelijks brood, hetzij in de ploegvoor van de landbouwer, hetzij op de werktafel van de werkman.

Het is de werkman Jozef, die het voorbeeld en de patroon is van de arbeiders, over wie hij de genadegaven van Jezus de werkman verspreidt en waaraan hij de waardevolle steun van zijn eigen verdiensten toevoegt.

Wanneer de arbeider trouw is aan God, verspreidt Deze een speciale zegen over zijn gezin en het is geen uitzondering dat God er heilige priesters uithaalt, verlossers van de zielen, zoals hij Jezus uit de werkplaats van Sint-Jozef heeft gehaald om de Verlosser van de wereld te worden.

Ach, mocht de huidige maatschappij, ontgoocheld door drogredenen en bedrieglijke beloften, erkennen dat nergens meer dan in de Kerk, de verborgen arbeid geëerd wordt. De Kerk zou dit leven niet beneden zijn waarde kunnen schatten zonder haar eigen wortels te verloochenen, want Zij is geboren in het huisje van Nazareth, waar Jozef, Maria en Jezus leefden van het werk van hun handen.

Heilige Jozef, verwek apostelen in het arbeidersmilieu en moge het teruggebracht worden tot God onder de verheven bescherming van Uw voorbeelden.

Laten wij hier het wonderlijke plan van de Voorzienigheid erkennen. Het leven van Jozef de arbeider was een leven van nederigheid en bijgevolg gedoemd om in de vergetelheid te geraken. En zie, uit dit leven van nederigheid, juist omdat het nederig was, heeft God een patroonheilige doen ontstaan van miljarden mensen, en zo mag men het wel stellen, van de ganse mensheid die aan de wet van de arbeid is onderworpen. Boven de half vervaagde beelden van stichters van keizerrijken, van wetgevers en veroveraars, duikt de zachte en bezielde gelaatsuitdrukking op van Sint-Jozef, belicht door de straling van Jezus’ Goddelijkheid. Begroet in hem het onvergelijkelijke model van de wereld van de arbeid.

Het is op die manier dat God de nederigen verheerlijkt! (Dom Bernardus Maréchaux)

Het werk is de dagelijkse uitdrukking van de liefde in het leven van de Familie van Nazareth. De tekst van het Evangelie geeft precies aan met welk soort werk Jozef trachtte het onderhoud van het gezin te verzekeren: met het werk van timmerman. Dit simpele woord dekt heel de tijdspanne van het leven van Jozef. Voor Jezus zijn dit de jaren van het verborgen leven, waarover de evangelist spreekt na de episode die in de tempel voorgevallen is : Hij ging met hen mee naar Nazareth en was aan hen onderdanig ( Luc. 2, 51).

Deze onderdanigheid, d.w.z. de gehoorzaamheid van Jezus in het huis van Nazareth, wordt ook bedoeld als deelname aan het werk van Jozef. Hij die de zoon van de timmerman werd genoemd, had van zijn voedstervader het ambacht geleerd.

Als de Familie van Nazareth het voorbeeld en het model is voor de menselijke gezinnen in de orde van het heil en de heiligheid, dan is dit op soortgelijke wijze ook het werk van Jezus aan de zijde van de timmerman Jozef. De Kerk heeft dit in onze tijd ook duidelijk gemaakt door de liturgische gedachtenis van de heilig Jozef, arbeider, die op 1 mei geplaatst is.

(…) De menselijke arbeid en in het bijzonder het handwerk vinden in het evangelie speciale nadruk. Samen met de mensheid van de Zoon van God is het opgenomen in het mysterie van de Menswording, zoals het ook op bijzondere wijze verlost is. Dank zij zijn werkbank, waaraan hij samen met Jezus zijn ambacht uitoefende, heeft Jozef de menselijke arbeid dichter bij het mysterie van de verlossing gebracht.

Het gaat uiteindelijk om de heiligheid van het dagelijkse leven, welke ieder volgens zijn eigen staat moet verwerven en die bevorderd kan worden volgens een model dat voor allen toegankelijk is: Sint- Jozef is het model van de nederigen, die door het christendom verheven worden tot grote bestemmingen; Sint-Jozef is het bewijs dat er geen grote dingen nodig zijn om goede en waarachtige volgelingen van Christus te zijn (Paus Johannes Paulus II, “Redemptoris Custos”, nrs 22, 24; 15 augustus 1989).

Overweging

O goede Sint-Jozef, wat heb ik U lief! Ik zie U schaven en van tijd tot tijd droogt U Uw voorhoofd af. O! Wat een medelijden heb ik met hem! Hoe eenvoudig toch scheen zijn leven, niet ?

Hoeveel smarten, teleurstellingen! Hoe dikwijls heeft de goede Sint-Jozef verwijten moeten verduren. Hoe dikwijls bleef zijn werk onbetaald! O! Als men te weten komt wat hij allemaal heeft geleden, wat zouden wij verwonderd zijn! (H. Theresia van het Kindje Jezus – Novissima Verba 2/8/1897)

Sint-Jozef navolgen

Verenigd met Sint-Jozef, voorbeeld van de werkman, zijn dagtaak met groter geloof vervullen; deze heiligen door middel van korte en vurige gebeden (schietgebeden).

GEBED TOT SINT-JOZEF, PATROON VAN DE ARBEIDERS ( SINT-PIUS X)

Glorierijke Sint-Jozef, Patroon van al degenen die genoodzaakt zijn om te werken, verkrijg voor mij de genade dat ik mijn werkzaamheden ook wel eens in mijn leven mag zien als een vorm van berouwvol boete-doen voor al mijn zonden; om gewetensvol te werken en niet toe te geven aan mijn persoonlijke neigingen; om dankbaar en vreugdevol te werken, door het werk als een geschenk van God te beschouwen om zo mijn persoonlijke talenten verder te ontplooien; om met regelmaat, vrede, matigheid en geduld te werk te gaan en nooit moeilijkheden uit te weg te gaan; om vooral eerlijk te werk te gaan en niet steeds aan mijzelf te denken; door steeds de dood voor ogen te houden om zo altijd rekenschap af te leggen jegens mezelf en de ander wat betreft eventuele verloren tijd, onbenutte talenten, nalatigheid in het goede en het ijdel welbehagen in succes; allemaal zaken die Gods-plan-met-ons in de weg zouden kunnen staan. Alles vóór Jezus, alles dóór Maria, alles naar Uw voorbeeld, o aartsvader Jozef! Dit zal mijn spreuk zijn tijdens mijn leven en wanneer ik sterf. Amen.

Verhalen

1. Een mirakel of een wonder van bouwkunst?

Bestaan er vandaag de dag nog zulke dingen als wonderen ? Wonderen van architectuur, machinebouw of constructie? Wij zullen niet proberen die vraag te beantwoorden, maar wij geloven dat er in de Stad van het Heilig Geloof nog mensen leven zoals de Zusters van de Academie van Loreto van Onze-Lieve-Vrouw van het Licht, die op dit gebied uitgesproken ideeën hebben. Bestaat er zo’n stad? Ja. Soms wordt zij de Koninklijke Stad van het Heilig Geloof van Sint- Franciscus van Assisië genoemd, of om precies te zijn: La Villa Real de la Santa Fe de San Francisco de Assisi. Gesticht in 1610, staat zij thans bekend als Santa Fe, New Mexico, hoofdstad van de staat met een bevolking van meer dan 30 000 inwoners.

Het staat vast dat meer dan honderd jaar geleden, in de herfst van 1852, toen de Zusters van Loreto Kentucky via de Mississippi verlieten in de richting van Saint Louis en daarna naar het zuidwesten trokken, naar Santa Fe, een erg klein stadje dat voornamelijk werd bewoond door Mexicanen en Indianen. De strijd, de angst, de ontberingen, aanvallen van indianen en ziekte van de zusters gedurende hun vele maanden durende reis vanuit Missouri en de moeilijkheden bij hun pogingen een klooster te stichten in de oude stad onder leiding van bisschop Lamy is een verhaal op zichzelf.

De geschiedenis van de Academie van Loreto

Hoe dan ook, volgens Zuster M. Florian in “De Onverklaarbare Trap” kwam een aantal jaren na hun aankomst een school gereed, gemaakt door Mexicaanse timmerlui, die de Academie van Loreto van Onze-Lieve-Vrouw van het Licht werd genoemd. Zo’n eenentwintig jaar na hun vertrek uit Kentucky werd met de bouw van een gotische kapel begonnen door dezelfde bouwlieden. Op verzoek van bisschop Lamy werd het ontwerp naar het voorbeeld van de Sainte Chapelle te Parijs gebruikt. Het moest 7,5 m bij 22,5 m meten en 26 m hoog worden met een oksaal achterin. Zuster Barbour wijst erop dat de kapel werd ontworpen door architect P. Mouly, de bouw aanving op 25 juli 1873 en ongeveer vijf jaar later werd voltooid voor de prijs van dertigduizend Amerikaanse dollars. Toen het gebouw bijna gereed was ontdekte men dat er ergens in het proces een fout geslopen, iets vergeten was. De kapel was mooi en zo ook de galerij boven, maar er was geen enkele manier om van het een naar het ander te komen. Vele timmerlieden werden voor advies te hulp geroepen, maar alle kwamen met hetzelfde antwoord: het was onmogelijk. Vanwege de hoogte van het oksaal zou een conventionele trap te veel ruimte innemen in de kapel beneden. Het was een kwestie van een ladder gebruiken of het balkon te verbouwen.

De Zusters van Loreto waren natuurlijk teleurgesteld, maar omdat zij vrouwen met een groot geloof waren, besloten zij niets drastisch te doen, een poosje te wachten en een novene te houden. Omdat de Zusters zich erg met Sint-Jozef verbonden voelden leek het niet meer dan normaal een novene tot hem te houden in de hoop dat er een passende oplossing uit voort zou komen.

Zoals het verhaal vertelt, was het op de laatste dag van de novene, dat er een grijsharige man met een ezel en een gereedschapskist halt hield bij de academie. Hij vroeg naar de Moeder Overste van het klooster – in die tijd was dat Moeder Magdalena – en wilde weten of hij de zusters kon helpen bij het bouwen van een trap. Moeder Magdalena was helemaal verrukt dat hij dat wilde doen en liet hem aan het werk gaan.

Het ene verslag vertelt ons dat het werk erg snel gedaan was, het andere zegt dat het zes tot acht maanden duurde eer de trap was voltooid.

De factor tijd buiten beschouwing gelaten kwam de klus klaar en volgens de informatie die door sommige Zusters, die ten tijde van de constructie aanwezig waren, werd doorgegeven, bestond het enige gereedschap dat de oude man gebruikte uit een zaag, een winkelhaak en een hamer. Zij herinneren zich ook bakken water gezien te hebben die in het rond stonden met stukken wekend hout daarin. Toen Moeder Magdalena de man zocht om hem te betalen voor zijn werk was hij onvindbaar. Zelfs de plaatselijke houthandel had geen afschriften van, voor het project aangekocht, hout. Het gebruikte hout is niet afkomstig uit deze landstreek.

De wenteltrapconstructie

De trap die de bouwer blijkbaar als een geschenk aan de Zusters van de Academie achterliet, loopt rond en bestaat uit drieëndertig treden die twee complete cirkels, 360 graden ieder, beschrijven zonder centrale ondersteuning. Boven rust hij tegen het oksaal en beneden op de vloer waardoor het gehele gewicht lijkt te worden gedragen. In plaats van spijkers werden in de hele constructie houten pennen gebruikt. Architecten en bouwers van vele plaatsen buiten de staat kwamen door de jaren heen dit meesterstuk van schoonheid en constructie inspecteren en nooit ontbrak de verwondering over hoe het op zijn plaats blijft.

Sommigen meenden dat de trap in de eerste tijd dat hij gebruikt werd, zou hebben moeten instorten. Maar na meer dan vijfentachtig jaar dagelijks gebruik staat hij er nog steeds. De leuningen – een kunstwerk op zichzelf – maakten aanvankelijk blijkbaar geen deel uit van de oorspronkelijke constructie, maar zijn ongeveer twee jaar later toegevoegd. Er werd melding van gemaakt, dat één van de Zusters, een zekere Zuster Mary, die een meisje van dertien was en de academie bezocht ten tijde van de bouw van de trap, vertelde hoe zij en haar vriendinnen er zo op gebrand waren het oksaal te beklimmen, dat zij bij de eersten waren die dit deden. Nadat ze boven waren gekomen waren zij zo bang, dat ze op handen en knieën naar beneden kwamen. Zonder de steun van een leuning nemen wij hun dat niet in het minst kwalijk.

Sommige experts beweren dat de gebogen draagbalken blijkbaar met grote precisie in elkaar zijn gezet. Het hout werd aan de binnenkant op zeven plaatsten gespleten en op negen plaatsen aan de buitenkant, waarbij ieder fragment deel uitmaakt van een perfecte kromming. Verder blijkt het hout van een harde soort te zijn en volgens sommige autoriteiten op houtgebied is het geen hout dat in New Mexico inheems is. Vanwaar het hout werd betrokken is nog een raadsel.

Het springveer-effect

In verband met het ontwerp van het elektrische systeem en de plaatsing van de meter voor dit gebouw – die toevallig in de zolderruimte boven het oksaal kwam – beklom ik de wenteltrap een aantal keren. Iedere keer dat ik naar boven of naar beneden ging leek het wel alsof ik een lichte opwaartse beweging voelde, alsof de twee draaiingen van 360 graden genomen waren uit een grote springveer. En ik ben niet de enige die er zo over denkt. De huidige overste, Zuster Ludavine, vertelde mij, terwijl wij over de geschiedenis van dit moderne wonder spraken, dat ook haar, gedurende de paar keer dat zij in de gelegenheid was de trap te beklimmen, een zekere opwaartse weerstand was opgevallen. Misschien maakt dit deel uit van het geheim van de constructie.

De Zusters van de Academie van Loreto zijn er zeker van dat deze trap het antwoord van Sint-Jozef was op hun gebed, ofschoon zij aarzelen koene verklaringen af te leggen omtrent gebeurtenissen van deze aard. Sommigen denken dat de timmerman Sint-Jozef zelf was. Zuster Barbour legt uit, dat het verhaal van de wonderbaarlijke trap ontstaan is tijdens de constructie daarvan. Buiten beschouwing gelaten hoe graag men de legende van de wonderbaarlijke trap wil accepteren of niet, men kan er niets aan doen als men onder de indruk komt van zijn bouwkundige schoonheid, zijn technisch ontwerp en zijn solide constructie die de toets van de tijd heeft doorstaan. Wanneer men er naar kijkt en men realiseert zich dat een oude timmerman hem heeft voortgebracht met enkele basisgereedschappen, is men geneigd op de eerste vraag bevestigend te antwoorden (Carl B. Albach, adviserend ingenieur).

2. Eer aan Sint-Jozef

In 1935 vond in Schotland een buitengewone gebeurtenis plaats. Ze werd bevestigd door getuigen, die men niet van partijdigheid kan verdenken en strekt geheel en al tot glorie van Sint-Jozef. Laten wij ons verheugen over dit getuigenis van zijn goedheid en zijn macht.

In het bejaardenhuis te Dundee was de vloer van de slaapzalen in zo’n slechte staat, dat ze gevaarlijk begon te worden. Ze moest zo snel mogelijk vervangen worden. Maar waar moest men hout vandaan halen in een tijd, dat niemand geld had om het te kopen ?

De Eerwaarde Moeder had nog slechts een kleine hoeveelheid hout in voorraad, maar ze was ervan overtuigd, dat Sint-Jozef haar zou helpen… Ze begon een novene samen met alle bejaarden en legde een stuk hout aan de voeten van de heilige Leverancier met de bede haar planken te sturen, òf de planken die er nog waren, te vermenigvuldigen.

Toen werd de aannemer geraadpleegd. De voorman, die niet katholiek was, verzekerde hen, dat het onmogelijk was het werk uit te voeren met het weinige hout dat voorhanden was. De Eerwaarde Moeder, vol goede moed door haar vertrouwen in Sint-Jozef, drong erop aan, dat men onverwijld met de herstelwerkzaamheden zou beginnen.

De arbeiders gingen aan het werk in de overtuiging dat ze het na korte tijd weer zouden moeten stilleggen. Wat waren ze verbaasd, dat ze zonder onderbreking konden doorwerken en het karwei zelfs konden afmaken! Er bleken niet alleen voldoende planken te zijn, er bleef zelfs nog een kleine hoeveelheid over!

De voorman en zijn ploeg waren stomverbaasd. Men bracht hen toen bij het beeld van Sint-Jozef, waar het stuk hout nog steeds lag en legde hen uit, hoe de goede Heilige beantwoordt aan het vertrouwen van degenen die tot hem bidden. Ze waren er zeer door getroffen, vooral de voorman, die met tranen in de ogen riep: “Wel, dit is een echt wonder, want toen we met het werk begonnen, was er beslist niet genoeg hout om het werk af te maken!…” Hij nam zijn hoed af en groette Sint-Jozef eerbiedig.

3. Hebben we hier een hijskraan nodig of een gebed tot Sint-Jozef?

Het huis van de Zusterkens der Armen te Dublin (Ierland) was gevestigd in een voormalig herenhuis en had aanvankelijk geen kapel. Deze werd er in een later stadium aangebouwd. Toen men tijdens de bouw van deze kapel het dakgeraamte wilde optrekken, vond het volgende voorval plaats:

Omdat het straatje vóór de tuin erg smal was, kon de vrachtwagen met de enorme lading ijzeren gebinten voor het dakgeraamte niet de draai maken om via de poort binnen te komen. In verlegenheid gebracht besloot de chauffeur door een braakliggend veld te rijden om de bouwplaats langs de andere kant te bereiken. Deze poging was riskant gezien het gewicht van de lading. En inderdaad, na enkele meters zakte de vrachtwagen tot zijn assen in de losse grond, die drassig was geworden door recente regenval.

Dit gebeurde in het begin van de middag. Vier uren lang probeerde een ploeg arbeiders de vrachtwagen vlot te krijgen. Rond zes uur, toen ze nog geen stap verder waren gekomen, gingen ze de Zusters waarschuwen die nog van niets wisten. De Eerwaarde Moeder kwam ter plaatse kijken, moedigde de vrachtrijder aan en trok tenslotte de conclusie: “We moeten tot Sint-Jozef bidden”. De arbeiders waren sceptisch… en de voorman gaf te verstaan, dat hij niet katholiek was.

Vóór het kleine beeld van Sint-Jozef was er opnieuw verbazing. Er volgde een korte uitleg en… opnieuw sceptische glimlachjes. “In elk geval, zei één van de aanwezigen, zal dit beeldje de vrachtwagen niet vlot krijgen… Dat krijgen wij alleen gedaan met hard werken.”

De Eerwaarde Moeder antwoordde niet. De pogingen werden hervat met als enig resultaat, dat de wielen in de modder ter plaatse bleven slippen. De dwarsliggers, die onder de wagen waren geschoven, bezweken. De onbruikbaar geworden cricks had men reeds terzijde gelegd. Ontmoedigd dachten de arbeiders de klus te moeten opgeven tot de volgende dag.

In stilte nam de Eerwaarde Moeder het beeldje van Sint-Jozef en ging het vastmaken aan de rode lap, die aan de langste ijzeren bint van de lading hing. Ze vroeg daarop om het nog een laatste keer te proberen. De voorman weigerde dat. “Vooruit, zei de chauffeur, als wij het niet doen… gaat de Zuster het zelf proberen.”

Hij sprong achter het stuur en startte de motor. De wagen kwam in beweging, de wielen kwamen vrij uit de modderpoel en twee minuten later stond de vrachtwagen op de weg. Toen verzocht de voorman de aanwezigen om stilte, ging naar de Eerwaarde Moeder en zei: “Dank u, Zuster, het is wel degelijk de heilige Jozef, aan wie we dit te danken hebben”.

4. De “brug” van de heilige Jozef

In het verre Canada, bij het Lac Saint-Pierre (Cap-de-la- Madeleine), ligt een stadje, dat elk jaar groter wordt. De katholieken wilden er een behoorlijke kerk uit steen bouwen. Dat was echter niet eenvoudig: al had men bomen en hout genoeg, stenen waren er zeldzaam. Men moest ze van de andere oever van de St. Laurent Rivier halen en er was geen brug op die plaats over de vijf tot zes km brede rivier. Er bestond maar één mogelijkheid. Het kon daar ’s winters zo streng vriezen, dat heel de stroom dicht vroor en men met paard en kar erover kon. Daarop hoopte men. Men sleepte gedurende de zomer grote massa’s stenen tot bij de andere oever om ze dan zo gedurende de winter te kunnen overbrengen. De winter 1881-82 kwam, maar hij bracht eigenaardigerwijze geen ijs. December, januari en februari vergingen, zonder dat er ijs op de stroom gevormd was. Begin maart begon het reeds te dooien. De katholieken waren troosteloos: weer een heel jaar wachten tot men met de bouw van de kerk zou kunnen beginnen! En alsof dit nog niet genoeg was, werden ze door de protestanten uitgelachen; ja, ze verklaarden de katholieken onomwonden dat het een teken Gods was, die geen katholieke kerk wou.

Op de eerste zondag van maart riep de pastoor al zijn parochianen samen. “We willen een passend huis bouwen voor de pleegzoon van de heilige Jozef, zei hij. Dus moet de heilige Jozef, de timmerman uit Nazareth, ons helpen.” Hij begon met zijn parochianen een ononderbroken gebedsstorm, dag en nacht. De vijfde dag veranderde het weer plotseling. Het werd koud en alsmaar kouder. Geweldige ijsblokken kwamen aandrijven en versperden de stroom. Ze schoven tegen elkaar aan en de vorst metselde ze vast van de ene oever tot de andere en dit precies tussen het stadje en de stenen, die aan de andere oever opgestapeld lagen.

Men sleepte reusachtige boomstammen aan om de sterkte van de ijsbrug te proberen en men had al gauw de zekerheid dat de brug de zwaarste lasten kon dragen. Dat was op dinsdag. Op woensdag was het net feest van de heilige Jozef met nog grotere koude en een nacht, waarin het vroor dat het kraakte. Men hoefde niets meer te vrezen. De brug had huizen kunnen dragen.

Daags daarna, in de vroege morgen, verzamelden de mensen zich voor de kerk met alle mogelijke vervoermiddelen, meer dan honderd. Eerst woonden alle vervoerders de Heilige Mis bij ter ere van de H. Jozef. Toen trok men in lange rijen over de stroom om de stenen op te halen. Zo ging het de hele dag door tot alle stenen overgebracht waren.

De protestanten stonden sprakeloos! Ze waren zo overtuigd dat deze brug enkel voor de katholieken geschapen was, dat ze de ‘eigenaars’ toestemming vroegen om ze ook te mogen gebruiken ! In de volgende nacht hoorde men een hevig gekraak en gedonder: de geweldige ijsblokken scheurden uit elkaar en de stroom droeg ze weg naar de zee. De brug van de heilige Jozef was enkel gebouwd voor het ene doel: de nodige materialen voor de katholieke kerk over te brengen. Daarna werd ze afgebroken!

O, de heilige Jozef! Hij kan alles! Laten we dan ook “alles” van hem vertrouwvol afsmeken ! ( G. Kreuzberg )