6. DON BOSCO EN DE SLANG

6. DON BOSCO EN DE SLANG

“Lieve kinderen, vandaag nodig ik jullie uit als nooit tevoren om te bidden. Moge je gebed een gebed voor de vrede zijn. Satan is machtig, en hij wil niet alleen het menselijk leven vernietigen, maar ook de natuur en de planeet waarop wij leven. Daarom lieve kinderen, bid, om door de goddelijke zegen van vrede beschermd te worden. God heeft mij naar jullie gezonden om jullie te helpen. Neem alsjeblieft de Rozenkrans ter hand. Een eenvoudig gebed van de Rozenkrans kan in de wereld en in jullie leven wonderen doen …” (Boodschap van 25 januari 1991)
Don Bosco is een van de meest sympathieke heiligen uit de geschiedenis. Hij had meerdere pijlen op zijn boog. Zo wist hij de harten te veroveren van de jongeren omdat hij een bekwaam goochelaar was. Verder sprak hij op een zalvende manier, en hij had humor. Hij was in staat om spectaculaire gesprek- ken op gang te brengen, en overal en altijd hielp hij de armen. Er gebeurden wonderen die aan zijn interventies kunnen worden toegeschreven. De voorzienigheid lenigde op goddelijke wijze de noden van zijn kinderen. Van de heilige Maagd verkreeg hij alles waar hij maar om vroeg … om alleen maar deze kwaliteiten te noemen. Maar er was ook een zeldzame trek die Don Bosco karakteriseerde; een trek die hij gemeenschappelijk had met de heilige Jozef: God bezocht hem en onderrichtte hem door middel van dromen. Zijn dromen zijn verzameld en opgetekend voor zijn nazaten, en zij werpen ook nu nog een bijzonder licht op ons christelijk leven. Laten we een van zijn verbazing- wekkende dromen wat nader bekijken: die van de slang.
Tijdens het Vigilie van de Ten Hemelopneming van Maria, in de nacht van 14 op 15 augustus 1862, bevindt Don Bosco zich in een droom in het huis van zijn broer in Castelnuovo d’Asti, dat sindsdien Colle Don Bosco heet. In deze droom zijn al ‘zijn’ jongeren met hem meegegaan naar dit huis. Opeens staat zijn ‘Gids’ voor hem. ‘Zijn Gids’ is een persoon in de dromen van Don Bosco, die hij die naam heeft gegeven, en die in de dromen aan hem de zin en de betekenis uitlegt van wat hij ziet, waardoor de dromen inzichtelijk worden, en de lessen die eruit getrokken kunnen worden worden op deze wijze glashelder aan hem voorgespiegeld. Deze ‘Gids’ is niemand minder dan de heilige Maagd in eigen persoon.
De Gids nodigt hem in de droom uit om naar de weide te gaan die naast de binnenplaats van de boerderij is gelegen. Daar toont ze Don Bosco tussen het onkruid een immens grote slang van wel 7 à 8 meter. Don Bosco is doodsbang en hij probeert te vluchten. Maar de Gids stelt hem gerust en vraagt hem te blijven, want hij hoeft geen angst te hebben. Ze gaat een touw halen en komt dan terug bij Don Bosco, en ze zegt tegen hem:
-Pak dit touw vast bij een van de uiteinden en houdt het goed vast. Ik zal het andere eind pakken en we zullen dan samen de slang met dit touw vastbinden. -En wat gaat er dan gebeuren?, vraagt Don Bosco nog steeds stijf van angst. -We zullen hem neerslaan tegen de grond.
-Nooit van mijn leven, roept Don Bosco uit. Wee degene die het waagt zoiets te doen. De slang zal ons aanvallen en ons in stukken verscheuren.
-Nee, laat mij begaan.
-Maar, ik wil niet het risico lopen dat ik het met mijn leven moet bekopen.
“Maar de Gids blijft aandringen, vertelt Don Bosco, en ze verzekerde mij dat de slang ons geen enkel kwaad zou doen. En toen ze dit tegen me zei, was ik in staat om te doen wat ze vroeg.
Vervolgens heft zij het ene uiteinde van het touw omhoog en slaat de slang ermee met kracht, waardoor er een diepe wond op zijn rug wordt aangebracht. De slang slaat te pletter op de grond. Hij draait zijn hoofd om en probeert degene te bijten die hem heeft geslagen, maar dit lukt hem niet, want hij zit volledig vastgesnoerd in het touw.”
-Houd het touw goed vast, roept de gids mij toe. Laat het in geen geval los.
“Vervolgens haast ze zich om het ene uiteinde van het touw vast te binden aan een perenboom die in de buurt staat. Het andere uiteinde van het touw bindt ze vast aan een rasterwerk, dat voor de ramen van de boerderij is gemonteerd. De slang is woedend en verzet zich uit alle macht tegen zijn gevangenneming, en slaat vervolgens te pletter tegen de grond met zijn hoofd en zijn verschrikkelijke schubben. Zijn huid scheurt in flarden en de stukken ervan vliegen in de rondte. Er blijft niets van hem heel en alleen een afgetakeld skelet blijft achter op de grond. “
“Toen de slang dood was maakte de Gids het touw los bij de perenboom en bij het rasterwerk voor de ramen van de boerderij en stopte het in een koffertje. Enkele ogenblikken later deed zij het koffertje weer open. Ik wierp een blik in het koffertje, en hoe verbaasd waren we niet, ik en mijn jongeren, om te zien dat het touw twee woorden vormde, namelijk Ave Maria. De Gids lichtte het nader toe:
-De slang verzinnebeeldt de Demon, en het touw dat zijn de ‘Wees gegroet Maria’s’, of beter gezegd dat is de Rozenkrans, of te wel een opeenvolging van de Ave Maria’s waarmee we ten strijde kunnen trekken tegen de Demonen in de Hel en hen kunnen overwinnen en vernietigen.”
Op dat ogenblik zag Don Bosco hoe zich een verschrikkelijk pijnlijk tafereel begon af te spelen. Hij zag hoe velen jongeren de uiteengereten stukken van de slang bijeen begonnen te rapen, en hoe ze ervan begonnen te eten en erdoor vergiftigd raakte.
“Ik was volledig ontredderd – gaat Don Bosco verder – want ondanks mijn zorgzaamheid gingen ze door met het eten van de stukken van de uiteengereten slang. Ik schreeuwde mijn onmacht uit naar de een en naar de ander. De een gaf ik een draai om zijn oren en de ander stompte ik met mijn vuist, omdat ik hen zo wilde beletten om stukken van de slang te eten, maar het was tevergeefs. Ik raakte buiten mijzelf toen ik al die jongeren zag, die neergevallen waren ter aarde in een beklagenswaardige toestand.”
Don Bosco keerde zich vervolgens tot de Gids.
-Bestaat er geen remedie voor dit kwaad?
-Maar natuurlijk, antwoordde de Gids.
-Welk?, vroeg Don Bosco.
-Hiervoor bestaat geen andere oplossing dan een hamerblok en een hamer.
-Maar, hoe moet dat in zijn werk gaan? Moet ik deze jongeren op een hamerblok leggen en ze vervolgens slaan met de hamer’?
-Ja, dat is het, antwoordde de Gids. De hamer symboliseert de biecht en het hamerblok de communie. Deze twee middelen moeten aangewend worden.
De ‘heilige’ van de jongeren was een van de vurigste bidders van de Rozenkrans”, Op een dag kwam een hoogwaardigheidsbekleder op bezoek bij Don Bosco, en Don Bosco toonde hem het werk dat hij deed onder de jongeren. De eregast was er verrukt over, maar hij gaf ook een aanmerking: “Waarom besteedt u elke dag zoveel tijd aan het bidden van de Rozenkrans? In verband met de jongeren is dit verloren tijd. Het is kostbare tijd die voor andere, meer belangrijke dingen gebruikt zou kunnen worden.” Maar Don Bosco antwoordde: “Het laatste dat ik mijn jongeren zal ontnemen is het Rozenkransgebed. Want het is het meest zekere middel om zich te beschermen tegen de aanvallen van de Demon, en om zich te sterken in het geloof, en om de zuiverheid van de jongeren te beschermen, en om zich tegen fouten te weren, en om de Kerk te steunen.” En hij herhaalde: “De Rozenkrans is een middel dat het Heil bewerkt en waarmee men kan strijden, en waarmee men de Demonen uit de Hel kan overwinnen en kan vernietigen.”
Don Bosco en de heilige Dominique Savlo
Waarom stuurt Jezus Zijn Moeder naar Medjugorje? Als ik zie hoe de wereld is ondergedompeld in zonden en zichzelf verplettert door ontrouw, dan geloof ik dat de Heer ervan overtuigd is dat we niet zonder haar kunnen. Door op zo een concrete wijze onder ons te komen, en door ons op zo een heldere manier toe te spreken is zij in staat om ons opnieuw voor zich te winnen. Zij neemt ons onder haar moederlijke mantel om de vrede die we hebben verloren te herstellen, en om ons opnieuw aan God aan te bieden. De zekerheid die zij ons biedt is groot. De heilige Dominique Savio, de beroemde leerling van Don Bosco, die op jonge leeftijd is overleden, bezocht zijn vriend op een nacht in een droom. Don Bosco vroeg aan hem:
-Wat was de grootste vertroosting op het moment dat je stervende was?”
-U, antwoordde hij, wat anders had het kunnen zijn?, was het antwoord van Dominique.
Don Bosco hoorde vervolgens verschillende redenen aan ter illustratie van dit antwoord: dat hij een zo zuiver leven had geleid, dat hij zoveel schatten in de Hemel had weten te verzamelen door zijn goede daden, enzovoort. Maar al deze redenen konden Don Bosco niet tevreden stellen, en Don Bosco schudde bij elk van hen zijn hoofd ter ontkenning, en dit met een glimlach.
-Zeg mij, drong Don Bosco aan, die teleurgesteld was door deze antwoorden, wat was het in werkelijkheid?
-Hetgeen dat mij het meest heeft geholpen en dat mij de meeste vreugde heeft geschonken toen ik stervende was, antwoordde Dominique, was de toegewijde liefde en de liefdevolle hulp van de geweldige Moeder van God. Zeg tegen je geestelijke zonen dat ze niet verstek moeten laten gaan om dicht bij haar te zijn elk moment van hun leven. Maar dat ze zich moeten haasten, want de tijd is bijna voltooid.

Wil je heb boek bestellen, klik dan hier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *