Hoofdstuk 9 Gehoorzaamheid en onderwerping

Eerste boek

Richtlijnen voor het innerlijk leven

Hoofdstuk 9

Gehoorzaamheid en onderwerping

  1. Het is iets groots onder gehoorzaamheid te staan, onder gezag te levert en niet zijn eigen heer en meester te zijn.
  2. Het is veel veiliger onderdaan te zijn dan bestuurder.
  3. Velen leven meer uit noodzaak dan uit liefde in onderhorigheid en dezen hebben het zwaar en morren al gauw; zij zullen dan ook de vrijheid van geest niet verkrijgen, behalve als zij zich omwille van God van harte onderwerpen.
  4. Loop hierheen of daarheen: gij zult de rust niet vinden, behalve in nederige onderwerping aan de leiding van uw overste.
  5. Fantasieën over verhuizing en verandering hebben al velen bedrogen.
  6. Het is waar dat iedereen volgens eigen inzicht handelt en meer sympathie voelt voor hen die het met hem eens zijn.
  7. Maar als God onder ons woont, kan het niet anders of wij moeten soms ook eigen mening prijsgeven terwille van de lieve vrede.
  8. Wie is zo wijs dat hij alles precies weten kan?
  9. Wil daarom niet te zeer op uw eigen mening vertrouwen, maar wees zo goed ook graag de mening van anderen te aanhoren.
  10. Als uw mening juist is en ge die dan toch laat varen ter liefde Gods en een andere volgt, zal dat voordeliger voor u zijn.
  11. Ik heb namelijk dikwijls horen zeggen dat het veiliger is naar raad te luisteren en die aan te nemen dan raad te geven.
  12. Soms zijn alle meningen goed. Dit niet willen erkennen, ofschoon het redelijk of vanzelfsprekend is, wijst op trots en koppigheid.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *