Tweede boek
Aansporingen tot innerlijk leven
Hoofdstuk 7
De liefde tot Jezus gaat boven alles
- Gelukkig wie begrijpt wat het is Jezus lief te hebben en zichzelf nietig te achten om Jezus’ wil.
- Men moet alles wat men liefheeft voor deze liefde laten varen, want Jezus wil alléén en vóór alles de liefde van uw hart.
- De liefde van een schepsel is bedrieglijk en onstandvastig; op de liefde van Jezus kan men rekenen: zij duurt voort.
- Wie zich aan een schepsel hecht zal wankelen met wat wankel is: wie zich aan Jezus geeft zal bevestigd worden voor altijd.
- Heb Hem lief en houd Hem vast als uw vriend, die als allen heengaan u niet zal verlaten en niet zal dulden dat gij uiteindelijk nog verloren gaat.
- Of gij wilt of niet, eens zult gij van allen afscheid moeten nemen.
- Houd u bij Jezus in leven en dood; vertrouw u toe aan de trouw van Hem die als allen te kort schieten alleen in staat is u te helpen.
- Uw Geliefde is zo dat Hij geen ander naast zich duldt; maar Hij wil uw hart alleen hebben en daar zijn plaats innemen als een koning op zijn troon.
- Als gij u voorgoed van al het geschapene wist vrij te maken, dan zou Jezus wel graag bij u wonen.
- Gij zult ervaren dat vrijwel alles zonder waarde is wat gij buiten Jezus van de mensen hebt verwacht.
- Vertrouw of steun toch niet op riet dat meebuigt met de wind, want alle lichamelijkheid is als gras: heel haar schoonheid zal ook verdwijnen als een bloem op het veld (Jes. 40 : 6, 7).
- Gij zult snel teleurgesteld zijn als gij alleen maar op de uiterlijke schijn van de mensen let.
- Als gij namelijk bij anderen troost en voldoening zoekt, zult gij bedrogen uitkomen.
- Als gij in alles Hem zoekt, ja dán zult gij Jezus vinden.
- Zoekt gij echter uzelf, dan zult gij uzelf ook vinden maar daaraan te gronde gaan.
- Want een mens doet zichzelf meer schade als hij Jezus niet zoekt dan de hele wereld en al zijn vijanden samen zouden kunnen doen.