Hoofdstuk 32 De zelfverloochening en het prijsgeven van alle onredelijke verlangens

Derde boek

De innerlijke vertroosting

Hoofdstuk 32

De zelfverloochening en het prijsgeven van alle onredelijke verlangens

  1. De Heer: Mijn zoon, gij kunt de volmaakte vrijheid niet bezitten, behalve als gij onvoorwaardelijk tegen uzelf ingaat.
  2. Het zijn allemaal geboeiden: de begerige bezitters en de minnaars van het eigen ik; zij die altijd op iets belust zijn, de nieuwsgierigen, de rondlopers, de zoekers naar het weke en verfijnde, niet naar dat wat van Jezus is, ze fantaseren er maar op los, maar het blijft niet.
  3. Want alles stort in elkaar wat niet van God komt.
  4. Houd dit korte en allesomvattende woord in uw geheugen: laat alles los en gij zult alles vinden; doe afstand van zinledige verlangens en gij zult tot rust komen.
  5. Denk hier dikwijls over na, en als gij u die praktijk hebt eigen gemaakt zal u een groot licht opgaan.
  6. Heer, dat is niet het werk van één dag en geen kinderspel; in dit éne woord immers ligt alle geestelijke volmaaktheid opgesloten.
  7. Mijn zoon, schrik daar niet voor terug en wees niet zo snel ontmoedigd, als gij over de weg van de volmaakten hoort spreken; maar voel u eerder tot het hoogste opgeroepen en verzucht er minstens naar met een waar verlangen.
  8. Stond het maar zó met u en was alle egoïsme eindelijk eens uit u verdwenen, hield gij eens alleen rekening met mijn wenken en met die van de leider die Ik over u heb aangesteld.
  9. Dan zoudt gij Mij zeer aangenaam zijn en heel uw leven was dan ook vol vrede en vreugde.
  10. Er is nog veel wat gij los moet laten en als gij Mij dat niet van harte in handen legt, zult gij nooit bereiken waar gij om vraagt.
  11. ‘Ik raad u aan in vuur gelouterd goud van Mij te kopen om rijk te worden’ (Apok. 3 : 18), dat is de hemelse wijsheid die al het waardeloze met voeten treedt.
  12. Zet de aardse wijsheid maar als laatste in de rij, Ik bedoel daarmee het al te menselijk en zelfzuchtig welbehagen.
  13. Ik zeg u: koop wat de mensen nietswaardig vinden in plaats van hun kostbare en dure dingen.
  14. Want werkelijk: nietswaardig, gering en haast vergeten lijkt de ware, hemelse wijsheid, die niet zichzelf heerlijk vindt en geen lof op aarde zoekt. Velen prijzen haar met de mond aan, maar hun leven is er heel ver van verwijderd.
  15. Toch is dit de kostbare parel die voor velen verborgen blijft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *