Derde boek
De innerlijke vertroosting
- Het innerlijke gesprek van Christus met de gelovige mens
- De waarheid spreekt in ons zonder gedruis van woorden
- Gods woorden moet men nederig aanhoren, maar velen waarderen ze niet
- Dat men in waarheid nederig voor God moet leven
- Wonderlijke werking van de liefde Gods
- De toets van de ware minnaar
- Hemelse gunsten moet men beschermen met nederigheid
- De geringe dunk van zichzelf voor het oog van God
- Alles moet met God als met het laatste doel in verband worden gezien
- Het is een geluk het vergankelijke te versmaden om God te dienen
- Men moet de begeerte van het hart onderzoeken en beheersen
- Vorming tot geduld: strijd tegen begeerlijkheid
- Gehoorzaam en nederig onderworpen naar het voorbeeld van Jezus Christus
- Om ons niet verheffen op het goede moeten wij het verborgen oordeel van God overdenken
- Hoe wij moeten handelen en spreken bij alles wat wij verlangen
- De ware troost moet men in God alleen vinden
- Al onze zorg moeten wij aan God overlaten
- Dat wij zoals Christus geduldig alles moeten dragen
- Het dragen van onrecht en de ware geduldige
- De betekenis van eigen zwakheid en de ellende van dit leven
- Boven alles wat aan goeds gegeven wordt, moet men rust vinden in God
- Het gedenken van Gods talrijke weldaden
- Vier bronnen van grote vrede
- Het leven van een ander moet men niet nieuwsgierig onderzoeken
- Waarin de blijvende vrede des harten en de ware voortgang bestaat
- De hoge waarde van de vrijheid des geestes, die meer door gebed dan door studie wordt verkregen
- Van het hoogste goed houdt de eigenliefde ons in hoge mate af
- Tegen lasterpraat
- De manier waarop men God moet aanroepen en zegenen als de kwelling ons overvalt
- Gods hulp moet gij vragen en vertrouwen dat gij die troost terugkrijgt
- Het voorbijzien van alle schepselen om de Schepper te kunnen vinden
- De zelfverloochening en het prijsgeven van alle onredelijke verlangens
- De onstandvastigheid van hart en de bedoeling die uiteindelijk op God gericht moet zijn
- Wie bemint proeft God boven alles en in alles
- Er is in dit leven geen waarborg tegen de bekoring
- Tegen de dwaze oordelen van de mensen
- De zuivere en volledige overgave van zichzelf om de vrijheid van hart te kunnen verkrijgen
- De goede orde in het uiterlijk en de toevlucht tot God in gevaren
- De mens moet zijn zaken niet onrustig afdoen
- De mens heeft uit zichzelf niets goeds en kan zich nergens op beroemen
- De verachting van alle tijdelijke eer
- Onze vrede mag niet afhangen van de mensen
- Tegen ijdele, wereldse wetenschap
- Zich de uiterlijke dingen niet aantrekken
- Men moet niet iedereen geloven; in woorden struikelt men gemakkelijk
- Vertrouwen op God als er scherpe woorden vallen
- Voor het eeuwig leven moet men al wat zwaar valt dragen
- De dag van de eeuwigheid en de benauwdheid van dit leven
- Het verlangen naar het eeuwig leven en hoe groot de overwinning is die de strijdende wordt beloofd
- Hoe de verlatene zich in de handen van God moet overgeven
- Als men het hoogste niet kan beoefenen behoort men bescheidener dingen te doen
- De mens behoort zich geen troost maar eerder straf waardig te achten
- Gods genade is onverenigbaar met aardsgezindheid
- De uiteenlopende bewegingen van natuur en genade
- De verdorvenheid van de menselijke natuur en de werkdadigheid van de goddelijke genade
- Wij moeten onszelf verloochenen en Christus navolgen door het kruis
- De mens mag zich niet laten ontmoedigen, als hij weleens uit zwakheid valt
- De hogere waarheid en de geheime oordelen van God moet men niet willen peilen
- Alle hoop en vertrouwen moet men op God alleen stellen